Sociale zaken en pensioenen

SOCIALE ZAKEN EN PENSIOENEN.

Ondernemers in het mkb werken het liefst met een zo groot mogelijke vaste kern en een flexibele schil van medewerkers. Echter, de huidige wet- en regelgeving belemmert het in dienst nemen van vaste medewerkers. Dit moet veranderen. Ook moeten we steeds langer doorwerken. Daarom moeten mensen met fysiek zware beroepen of met een minimaal aantal arbeidsjaren in de gelegenheid worden gesteld om eerder dan de AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen te gaan.

AFNL en NOA pleiten daarom voor de volgende maatregelen:

Aanpassing WWZ Transitievergoeding

De transitievergoeding in het ontslagrecht (Wet Werk en Zekerheid) blijft voor werkgevers in het mkb in bouw, afbouw en infra een extra risico bij het aannemen van vaste medewerkers. In de eerste plaats hebben deze ondernemers nooit met dit soort ontslagvergoedingen van doen gehad en in de tweede plaats vormt dit een extra risico bij het in dienst nemen van vaste medewerkers. AFNL-NOA gaat er vanuit dat bij de evaluatie van gevallen die door deze wet worden geraakt, nadrukkelijk naar de positie van het mkb in bouw, afbouw en infra wordt gekeken.

Daarnaast willen we de mogelijkheid terug bij einde van een werk een ontslagmogelijkheid te hebben zonder ontslagvergoeding. Dit, gezien de discontinuïteit en looptijd van opdrachten en het niet aansluiten van vervolgopdrachten in de sector bouw, afbouw en infra. Overigens staat in een mkb-bedrijf in bouw, afbouw en infra het in goed overleg in teamverband werken altijd voorop; en vakmensen ‘maken’ het bedrijf.

Afschaffing twee jaar loondoorbetaling bij ziekte

AFNL-NOA vindt dat we nu echt af moeten van de wettelijke plicht dat werkgevers zieke werknemers twee jaar lang loon door moeten betalen. Deze plicht legt een te zwaar beslag op mkb-ondernemers en zet een rem op het aannemen van vaste medewerkers. Nederland is in dit verband ‘topuitschieter’ in Europa. Dit risico is uiteraard verzekerbaar, maar voor veel mkb-bedrijven niet haalbaar. We weten dat er pogingen van kabinetszijde en uit de politiek waren hieraan een einde te maken, maar helaas ligt de problematiek weer in de SER, waar ongetwijfeld een ‘gepolderde’ oplossing uit de bus komt. Mkb-aannemers moeten echt van dit arbeidsmarktrisico worden verlost; daarom hebben we de nodige doorrekeningen gemaakt hoe dit te financieren is. De voorbeelden zijn bij zowel politieke partijen, kabinet als SER op tafel gelegd.

Flexibele pensioenleeftijd

We moeten steeds later met pensioen. Voor de bouwer, stukadoor, metselaar, voeger of natuursteenbewerker is dit echter niet reëel. Zij zijn vaak op hun 15e jaar al begonnen met werken. Hoewel onze bedrijfstakken er van alles aan doen om deze mensen met fysiek zware beroepen gezond hun pensioengerechtigde leeftijd te laten behalen, blijkt dit relatief vaak niet te lukken. Onze bedrijfstak met veel kleinschalige bedrijven kan niet alle oudere werknemers naar passende arbeid begeleiden. Daarvoor is eenvoudig het werk niet aanwezig en zijn financiële middelen niet voorhanden. De bedrijfstakken zelf hebben een verantwoordelijkheid maar ook de overheid moet met aanvullende maatregelen komen.

AFNL-NOA vindt daarom dat mensen met fysiek zware beroepen of met een minimaal aantal arbeidsjaren in de gelegenheid moeten worden gesteld om eerder dan de AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen te gaan. Indien een werknemer op zoek moet naar passende arbeid buiten de sector, of binnen de sector, mag een individuele werkgever niet aansprakelijk worden gesteld voor de daaruit voortvloeiende schade. Als de huidige regelgeving van kracht blijft met een vergrijzend werkendenbestand durft een gemiddelde werkgever geen oudere werknemer meer in dienst te nemen. Ondersteuning van een demotiebeleid zou het langer werken kunnen bevorderen. Daarnaast zijn er initiatieven voor het opzetten van transitiehuizen om medewerkers intersectoraal van werk naar werk te kunnen begeleiden en plaatsen. Politieke en fiscale ondersteuning zou hier een duwtje in de rug kunnen geven om de ‘schotten’ tussen sectoren te slechten.

Duurzame inzetbaarheid

De overheid moet de bedrijfstakken naast een eigen bijdrage financieel ondersteunen met budgetten voor duurzame inzetbaarheid voor werknemers die op grond van vastgestelde arbeidsongeschiktheid/handicap niet meer inzetbaarheid zijn in het oude beroep. In algemene zin is de politiek voorstander van het afschaffen van de doorsnee systematiek voor pensioenopbouw. Op zich is AFNL-NOA het hiermee eens. Echter, wij vrezen dat als gevolg van de hieruit voortvloeiende noodzakelijke overgangsregeling (wellicht voor de tijdsduur van zo’n 40 jaar) de wig tussen mensen in loondienst en andere werkenden opnieuw wordt vergroot, hetgeen onwenselijk is.

Ook de volgende aspecten die betrekking hebben op sociale zaken willen we graag veranderd zien:

Definitie ZZP’er moet helder worden

Wij pleiten voor een afgewogen stelsel rechten en verplichtingen voor ZZP’ers. Er moet een heldere definitie komen voor ZZP’ers. Alleen echte ZZP’ers – ondernemers zonder personeel – komen in aanmerking voor ondernemersfaciliteiten. Schijnzelfstandigheid moet hard en effectief worden aangepakt. Daarnaast moeten er voor ZZP’ers fatsoenlijke verzekeringsmogelijkheden voor pensioen en arbeidsongeschiktheid komen.

Level playing field ook t.o.v. buitenlandse ondernemers

AFNL-NOA wil een meldplicht en gelijke kostprijs voor buitenlandse ondernemers die in Nederland werken. Daarbij is aandacht nodig voor detacheringsrichtlijnen en voor de toepasselijkheid van Nederlandse regelgeving op buitenlanders die in Nederland werkzaam zijn. Hierbij hoort ook aandacht voor de huidige administratieve verplichtingen die Nederlanders krijgen opgelegd als zij in buurlanden EU werkzaamheden verrichten.

Algemeen verbindend verklaarde cao

Last-but-not-least is het instrument van een algemeen verbindend verklaarde cao essentieel voor een goed gereguleerde arbeidsmarkt.