Vandaag heeft het Kabinet nieuwe maatregelen aangekondigd in het kader van het coronavirus om het sociale contact te vermijden in héél Nederland.

AFNL-NOA pleiten met MKB-NL voor specifieke noodmaatregelen voor ondernemers

Het Kabinet heeft 12 maart jl. nieuwe maatregelen aangekondigd in het kader van het coronavirus om het sociale contact te vermijden in héél Nederland.

Kortweg komt het advies neer op het vermijden van het sociale contact in héél Nederland. Als volgt:

  • Iedereen in Nederland blijft thuis als hij/zij klachten heeft van verkoudheid, koorts of hoest.
  • Alle bijeenkomsten/evenementen met meer dan 100 personen worden afgelast, dit gaat zowel om zakelijke bijeenkomsten, sportwedstrijden, concert- en theaterbezoek en musea (gaan dicht).
  • Er worden ook geen bijeenkomsten meer georganiseerd op het werk groter dan 100 personen.
  • Er wordt aangeraden om indien dat mogelijk is zoveel mogelijk thuis te werken, om het aantal mensen op het werk te spreiden.
  • Beperk het bezoek aan kwetsbare ouderen.
  • Kwetsbare mensen wordt geadviseerd het gebruik van OV te beperken
  • Ga niet vliegen.

Noodmaatregelen voor ondernemers bepleit

Daarnaast wordt in de lobby met het kabinet gewerkt aan een aantal maatregelen om ondernemers behulpzaam te zijn, uiteenlopend van:

  • Versoepelen regeling werktijdverkorting
  • Overbruggingsfinanciering met o.a. garantie op rekeningcourant krediet
  • Soepeler invorderingsbeleid Belastingdienst met opschorten betalen en bijstellen voorlopige aanslagen
  • Verruimen van de uitstelfaciliteit voor ondernemers .
  • Versoepelen uitstel indienen IB-aangifte 2019

Lees hier het gehele pakket, wat nu voorligt vanuit MKB-Nederland / VNO-NCW. Tevens heeft AFNL-NOA bepleit om de boeteclausule voor opleveren aangenomen/aanbesteed werk uit te stellen bij vertraging t.g.v. het coronavirus.

Overmacht en deeltijd-ww

Op het secretariaat komen vragen binnen over hoe te handelen bij het onderling zaken doen tussen bedrijven met commerciële contracten; overmacht / force majeur. En daarnaast over werktijdverkorting voor werknemers die niet aan het werk kunnen t.g.v. het coronavirus. Bekijk hier de tips. Ten aanzien van deeltijd ww kunt u meer vinden op de website van AWVNMKB-Nederland en VNO-NCW.

Tevens is er speciaal voor ondernemers met vragen een loket geopend, tel 0800 – 2117. Daarnaast wordt dagelijks de site van de Rijksoverheid geactualiseerd, houdt deze in de gaten.

AFNL-NOA heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dringend verzocht het wetsontwerp minimumbeloning en zelfstandigenverklaring terug te nemen en niet in te dienen in de Tweede Kamer. De voorstellen van de minister bieden in onze ogen geen oplossing voor de huidige zzp-problematiek. Met dit voorstel blijven opdrachtnemer en opdrachtgever, mede gezien de grote complexiteit, in onzekerheid over de status van de arbeidsrelatie. Terwijl de administratieve lasten alleen maar sterk toenemen en het grote risico ontstaat dat de focus alleen nog maar gericht is op de vraag of het minimumtarief is betaald en niet meer of er duidelijkheid of het om een werknemer of een zelfstandige gaat. Daarnaast gaan de voorstellen voorbij aan de discussie over de wijze waarop de toekomstige arbeidsmarkt zou moeten worden ingericht.

Lees hier de reactie aan de minister

Stichting AFNL-NOA is onaangenaam verrast door het wetsvoorstel van Staatssecretaris Van Ark van SZW om discriminatie in wervings- en selectieprocedures te voorkomen. Wij maken ons zorgen over de extra administratieve lasten die dit wetsvoorstel voor het mkb met zich meebrengt. Uiteraard is het voorkomen van discriminatie en gelijke kansen op de arbeidsmarkt een streven dat AFNL-NOA ondersteunt. In de bouw en afbouw werft een werkgever echter niet op afkomst, geslacht of een gebrek, maar op kwaliteit en vakkennis. “Het voorstel ademt achterdocht waarin wij onze branche niet herkennen; wij voelen ons dan ook genoodzaakt op te komen voor de goede intenties van onze ondernemers”, aldus Sharon Gesthuizen, voorzitter Stichting AFNL-NOA.

De wijze waarop de staatssecretaris voornemens is discriminatie tegen te gaan, namelijk door werkgevers hun wervings- en selectieprocedures schriftelijk te laten vastleggen, doet geen recht aan de feitelijke situatie. Het gaat erom wat er in de praktijk daadwerkelijk gebeurt. Wij zijn dan ook van mening dat dit voorstel niet de oplossing zal zijn voor het daadwerkelijke probleem. Door bij voorbaat alle ondernemers te belasten met het bewijzen van onpartijdigheid, wordt het doel voorbijgeschoten. Wij hopen dan ook – net zoals het Adviescollege Toetsing Regeldruk ATR – dat de staatssecretaris het wetsvoorstel niet zal indienen.

Download hier de brief aan de staatssecretaris

Het is alarmfase rood voor de bouw. Want ondanks een aantal forse maatregelen die de commissie Remkes ondertussen aan het kabinet heeft voorgesteld om de uitstoot en neerslag van stikstof tegen te gaan, ontbreken concrete maatregelen om de 18.000 bouwprojecten die door de stikstofproblematiek stilgevallen zijn weer vlot te trekken.

AFNL-NOA trekt samen op met Bouwend Nederland, MKB Infra, Cumela, Vereniging van Waterbouwers, VHG en NVB en stuurde deze week een brandbrief aan zowel het kabinet als aan lagere overheden. Daarin worden de overheden dringend verzocht om noodmaatregelen te treffen waardoor bouwprojecten weer opgestart kunnen worden.

Dat het kabinet op Prinsjesdag heeft aangekondigd dat er 2 miljard euro beschikbaar komt voor de bouw van nieuwe woningen is goed nieuws. En ook de voorgenomen oprichting van een investeringsfonds voor economisch mindere tijden is bemoedigend, net zoals de lastenverlichtingen die ervoor zorgen dat Nederlanders meer te besteden hebben. Ook de verruiming van de werkkostenregeling met 100 miljoen euro is een opsteker. AFNL-NOA is echter minder te spreken over een aantal fiscale maatregelen die het kabinet voor ondernemers in petto heeft.

Wij zijn blij dat het kabinet 2 miljard euro beschikbaar wil stellen voor de bouw van nieuwe woningen. Hopelijk komt er dan wel snel een oplossing voor de stikstofproblematiek, anders wordt het erg lastig om te kunnen bouwen.

Investeringsfonds

Op Prinsjesdag werd de oprichting van een nieuw investeringsfonds aangekondigd, waarvan in economisch mindere tijden gebruik kan worden gemaakt. Wij hopen dat dit niet bij mooie woorden blijft, maar daadwerkelijk wordt omgezet in daden.

Zelfstandigenaftrek

Het kabinet zegt dat de aangekondigde inperking van de zelfstandigenaftrek bedoeld is om schijnzelfstandigheid aan te pakken, maar zo’n maatregel raakt kleine ondernemers met een eenmanszaak of vof hard. Die profiteren op deze manier minder van de lastenverlichting dan anderen. Daar komt bij dat ondernemersfaciliteiten in de Wet Inkomstenbelasting 2001 door recente besluitvorming verder worden versoberd. In een brief aan de Kamer in december 2018 heeft staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken echter aangegeven dat er geen intentie bestond om ondernemersfaciliteiten verder aan te pakken. Deze besluitvorming is daarmee in strijd.

Jojobeleid

NOA schaart zich achter MKB Nederland met de conclusie dat het derde kabinet Rutte een “fiscaal jojobeleid” voert. Aan de ene kant is de verlaging van de vennootschapsbelasting (vpb) in de eerste schijf een goede stap voor kleine ondernemers. Het uitstellen van de lastenverlichting in de tweede schijf is echter tegen de afspraken in het regeerakkoord en is met deze rijksbegroting ook onnodig. Het raakt vele mkb’ers in de afbouw, terwijl de lasten voor bedrijven deze kabinetsperiode fors oplopen. Wij pleiten er dan ook voor om dan óók de belastingverhoging op ondernemen (Box 2) te schrappen. Afbouw, bouw en infra willen net als alle ondernemers zekerheid om te kunnen investeren.

Na meerdere jaren ‘onderhandelen’ is op 5 juni 2019 een Pensioenakkoord gepresenteerd. De nieuwe afspraken hebben tot doel om te komen tot een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. De vraag die AFNL-NOA zich stelt, is wat de betekenis van het akkoord is voor de bedrijfstakken bouw, infra en afbouw. Biedt het nieuwe akkoord werkenden in onze bedrijfstak met fysiek zware arbeid meer zekerheid zodat men gezond de pensioengerechtigde leeftijd kan behalen? Er zijn afspraken gemaakt over fysiek zware arbeid, maar AFNL-NOA betwijfelt zeer of het nieuwe akkoord voor onze bedrijfstakken voldoende oplossingen biedt.

Positief is dat de AOW-gerechtigde leeftijd minder hard gaat stijgen dan oorspronkelijk was voorzien. De nieuwe afspraken betekenen concreet dat men in de volgende jaren bij de onderstaande leeftijden recht heeft op de AOW-uitkering:

Jaar Leeftijd
2019, 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden
2022 66 jaar en 7 maanden
2023 66 jaar en 10 maanden
2024 67 jaar
Na 2024 1 jaar langer leven is 8 maanden later AOW

Zonder het akkoord zou men in 2021 pas met 67 jaar met pensioen kunnen gaan. Door het akkoord wordt die datum uitgesteld naar 2024. Bovendien is de afspraak gemaakt dat 1 jaar langer leven tot gevolg heeft dat men acht maanden later recht heeft op de AOW-uitkering. Momenteel is het nog zo dat één jaar langer leven tot gevolg heeft dat men één jaar later aanspraak kan maken op de AOW-uitkering. AFNL-NOA is positief over de nieuwe afspraak. Toch denken wij dat de nu voorgestelde maatregel niet toereikend is om alle werkenden in onze bedrijfstakken in de gelegenheid te stellen gezond de pensioengerechtigde leeftijd te laten behalen.

Specifieke maatregelen voor fysiek zware arbeid

Het Pensioenakkoord bevat ook maatregelen waardoor mensen die het niet redden om tot de AOW-leeftijd door te werken drie jaar eerder kunnen stoppen met werken. De kosten die daaraan verbonden zijn, moeten door werkgever en werknemer worden opgebracht. Daarvoor is de volgende afspraak gemaakt:

  • De werknemer kan zijn pensioen naar voren halen. Dat betekent dat het pensioen eerder kan ingaan;
  • De werkgever zou moeten bijdragen door het AOW-niveau te overbruggen. Tot een bedrag van € 19.000,- geldt niet de zogenaamde RVU-boete.

We zijn ronduit teleurgesteld over de afspraken voor zware fysieke arbeid. Als de werknemer besluit om zijn pensioen eerder te laten ingaan, gaat dat ten koste van de pensioenuitkering. Immers, het opgebouwde kapitaal moet over meerdere jaren worden uitgesmeerd. De bijdrage die aan de werkgever wordt gevraagd, werkt feitelijk als een boete op het aannemen van personeel. Onze bedrijfstakken kenmerken zich door fysiek zware arbeid. Veel mensen stromen eerder uit als gevolg van arbeidsongeschiktheid. AFNL-NOA vindt het onbegrijpelijk dat de overheid geen specifieke (financiële) middelen ter beschikking stelt voor bedrijfstakken met fysiek zware beroepen. Wij vinden dat in Nederland iedereen gezond de pensioengerechtigde leeftijd moet kunnen behalen. Meer aandacht voor fysiek zware arbeid is gerechtvaardigd en wij hopen dat in de uitwerking van het akkoord hier nog goed naar wordt gekeken. Overigens stelt de overheid wel een budget van € 800 miljoen beschikbaar om in sectoren te komen tot afspraken over duurzame inzetbaarheid en gezond langer doorwerken.

Afspraken voor lange termijn

AFNL-NOA is positief dat er onderzoek wordt ingesteld of men na 45 jaar werken in aanmerking kan komen voor de AOW-uitkering. Zeker omdat veel werknemers in onze bedrijfstakken op relatief jonge leeftijd starten met werken, kan dat tot gevolg hebben dat men eerder met pensioen kan gaan. Ook wordt onderzoek ingesteld of mogelijkheden van verlofsparen en aanvullend pensioensparen kunnen worden verruimd.

Verzekeringsplicht arbeidsongeschiktheid en afschaffing doorsneepremie

Aan de centrale organisaties van werkgevers en werknemers, alsmede aan ZZP-organisaties, wordt de vraag gesteld om voor de zomer van 2020 te komen met voorstellen voor een verzekeringsplicht tegen arbeidsongeschiktheid en uitzonderingen daarop. Tot slot moet ook worden vermeld dat de zogenaamde doorsneepremie wordt afgeschaft. Dat betekent dat iedereen dezelfde premie betaalt voor dezelfde pensioenopbouw. Om te voorkomen dat oudere werknemers hiervan nadeel ondervinden, worden maatregelen uitgewerkt om dit te compenseren.

Conclusie

AFNL-NOA is blij dat de voortdurende stijging van de AOW-leeftijd wordt ingedamd. Wij zijn echter ronduit teleurgesteld over het pakket aan maatregelen ten aanzien van fysiek zware arbeid. Men kan drie jaar voor de AOW-leeftijd eerder uittreden, maar de rekening wordt bij de individuele werkgever en werknemer neergelegd. Wij hopen dat de politiek ons pleidooi om hier financiële ondersteuning te bieden oppakt. Hopelijk sluit de politiek niet de ogen voor het feit dat onze bedrijfstakken zich kenmerken door een twee keer zo hoge uitval vanwege arbeidsongeschiktheid ten opzichte van het landelijk gemiddelde. En wordt er rekening gehouden met het gegeven dat veel werknemers in onze bedrijfstakken, vanwege de jonge leeftijd waarop men is gaan werken, vaak meer hebben bijgedragen aan bijvoorbeeld de AOW en andere voorzieningen. Bedrijfstakken met fysiek zware arbeid hebben recht op erkenning en steun. Daar zullen wij de politiek op blijven aanspreken!

Om knellende wet- en regelgeving voor bedrijven te veranderen, is een commissie van overheid en bedrijfsleven opgezet onder leiding van Michaël van Straalen; de Commissie Van Straalen. Deze commissie heeft haar eerste advies uitgebracht. Dit gaat over de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), waarbij de overheid dringend wordt geadviseerd het invullen van de RI&E behoorlijk te vereenvoudigen. Alle werkgevers zouden hier makkelijker aan moeten kunnen voldoen, als er zo min mogelijk tijd mee verloren gaat om de RI&E te maken. Daarnaast is de commissie Van Straalen nu aan de slag met drie onderwerpen:

  • Inperking van de stroom CBS-enquêtes. Dit is door veel organisaties, o.a. door AFNL-NOA, aangedragen;
  • Het verbeteren van de implementatietermijnen van in werking treden van wet- en regelgeving;
  • Betere afstemming/vereenvoudiging E-herkenningsregelingen.

Meld ons tegen welke wet- en regelgeving u aanloopt

De commissie Van Straalen heeft via MKB-Nederland een enorme lijst met wet- en regelgeving aangedragen gekregen, waarmee ondernemers in de praktijk problemen hebben. Deze lijst is ook bij AFNL-NOA beschikbaar. Mocht u tegen bepaalde wet- en regelgeving aanlopen die niet goed werkt, laat het ons dan weten. Wij zorgen er voor dat dit bij de Commissie Van Straalen terecht komt. Stuur uw mail alstublieft aan Rielèn van der Hoek, hoofd politiek beleidsbureau van AFNL-NOA.

Vorstverlet/Onwerkbaar weerregeling moet worden herzien

Doordat de sectorindeling voor de financiering van een deel van de WW niet langer gehanteerd zal worden, is het bepalen bij cao van de precieze voorwaarden waaronder gebruik gemaakt kan worden van de Calamiteitenregeling volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) niet langer logisch. In de ene cao zou bijvoorbeeld gekozen worden voor één wachtdag alvorens bij vorst aanspraak gemaakt kan worden op een WW-uitkering en in de andere cao voor een wachtperiode van twee weken. Onder de huidige sectorindeling is die keuze van invloed op de hoogte van de sectorale premie, maar in het nieuwe stelsel heeft die keuze enkel effect op de Algemeen werkloosheidsfonds (AWf)-premie, die door alle werkgevers wordt afgedragen. Voorstel van SZW is om voor de regeling onwerkbaar weer (oftewel onze vorstverlet) een uniforme wachttijd van 1 kalenderweek = 7 dagen te hanteren. Deze regeling zou in moeten gaan per 1 januari 2020. AFNL-NOA vindt de voorgestelde regeling van het ministerie echter een non-regeling!

Met de Wet vereenvoudiging UWV-regelingen van 1 januari 2013 is de juridische basis gelegd voor het samenvoegen van de bestaande onwerkbaar weerregeling en de werktijdverkortingsregeling tot een Calamiteitenregeling. Met het wetsvoorstel arbeidsmarkt in balans (WAB) wordt premiedifferentiatie naar aard van het contract ingevoerd en zal de sectorindeling voor de financiering van een deel van de WW niet langer worden gehanteerd. Dat heeft gevolgen voor de huidige regelingen en voor de toekomstige Calamiteitenregeling WW.

Laatste stand van zaken

Onlangs heeft AFNL-NOA, samen met de secretaris van VNO-NCW en MKB-Nederland en enkele andere vertegenwoordigers van sectoren, met SZW, UWV en vakbeweging gesproken over de calamiteitenregeling. Daarbij is aangegeven dat de voorgestelde regeling van het ministerie feitelijk een non-regeling is, die met name kleine, gespecialiseerde bedrijven hard raakt. Ons pleidooi voor zo weinig mogelijk wachtdagen werd ondersteund door de vertegenwoordigers van de vakbeweging. Die vroegen met name aandacht voor veilige werkomstandigheden, want die komen onder druk te staan als er geen goede regeling is. SZW heeft toegezegd de conceptregeling te ‘herzien’ en daarbij te bekijken naar hoeveel wachtdagen men terug kan gaan. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben een werkgroep opgericht waar ook AFNL-NOA in deelneemt. Binnen deze werkgroep zal verder worden nagedacht over de regeling. Op 19 augustus aanstaande staat er een vervolgoverleg gepland met het ministerie en andere betrokken partijen.


Vanaf nu MKB-Toets op alle nieuwe wet- en regelgeving voor het mkb

Na enige jaren inzet vanuit AFNL-NOA om een MKB-Toets op toekomstige wet- en regelgeving in te voeren, is deze er gekomen! Na een aantal succesvolle pilots wordt deze MKB-Toets verankerd in wet- en regelgeving. Staatssecretaris Keijzer van EZK heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin zij heeft aangegeven dat de eerste zeven pilots met de MKB-Toets een positief effect hebben gehad. Positief in die zin, dat op basis van de toets door mkb-ondernemers toekomstige wet- en regelgeving van tafel is gegaan of wordt bijgesteld. Met behulp van moties uit de Tweede Kamer wordt de MKB-Toets nu opgenomen in het wet- en regelgevingstraject, zodat voor het mkb substantieel beter uitvoerbare regels ontstaan.

Door de MKB-Toets Rijksbreed uit te rollen, moeten alle departementen de Toets nu gaan toepassen volgens het ‘pas-toe-of-leg-uit-principe’. VVD-Kamerlid Wörsdörfer (indiener van de motie) benadrukte bij de evaluatie in de Tweede Kamer nog eens dat dat betekent dat alle bewindspersonen hier vanaf nu scherp op gehouden worden, zodat regels uitvoerbaar zijn voor het mkb. Ook staatssecretaris Keijzer van EZK gaf aan er op toe te zullen zien dat alle departementen de MKB-Toets toepassen en zich houden aan het ‘pas-toe-of-leg-uit-principe’.

Mening mkb-ondernemers telt

Daarnaast zal er een weg moeten worden gevonden om mkb-ondernemers snel en zorgvuldig bij de MKB-Toets te betrekken, want deze ondernemers kunnen bepalen of een wet in de praktijk werkt en uitvoerbaar is. Soms is het lastig op korte termijn ondernemers te mobiliseren die bereid zijn mee te denken over de effecten van toekomstige wet- en regelgeving. Hiervoor wordt nu via MKB-Nederland een panel van ondernemers opgezet. Daarnaast zal altijd de vraag richting aangesloten branches, zoals die van AFNL en NOA, komen om kennis en ondernemers te leveren die relevante toekomstige wetgeving op pijnpunten voor het mkb willen toetsen.

Wilt u als ondernemer meewerken aan deze MKB Toets op wet- en regelgeving? Laat het ons weten! Mail Rielèn van der Hoek, hoofd politiek beleidsbureau


Ondernemers gewaarschuwd voor een addertje onder het gras!

Per 1 januari 2020 gaat de nieuwe wetgeving inzake de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte voor werkgevers gelden. AFNL-NOA heeft steeds gepleit heeft voor een verkorting van de loondoorbetalingsperiode naar maximaal één jaar, maar de regering heeft anders besloten. De loondoorbetalingsperiode bij ziekte blijft gehandhaafd op twee jaar. Wel komen er een aantal maatregelen om de risico’s van deze loondoorbetaling, met name voor kleine werkgevers, te beperken.

De belangrijkste maatregelen om de risico’s te beperken, hebben we nog even op een rijtje gezet:

  • Het medisch advies van de bedrijfsarts wordt leidend bij de toets van het re-integratieverslag (RIV) door het UWV. Dat betekent dat als u als werkgever het advies van de bedrijfsarts heeft gevolgd, u op medische gronden geen sanctie meer kan worden opgelegd door het UWV;
  • Eerder kunnen re-integreren richting Spoor 2 (buiten het eigen bedrijf re-integreren) als duidelijk is dat het eerste spoor niet meer aan de orde is. Er hoeft dan dus niet gewacht te worden tot het eerste jaar voorbij is. Dit moet o.a. gestimuleerd worden door het eerder in kunnen zetten van de zogenaamde no-risk polis;
  • Een zieke werknemer moet op vaste momenten ook zelf zijn visie geven over het re-integratietraject en moet dus actief aan de slag. De zieke werknemer kan niet alleen maar afwachten wat de werkgever en de mogelijk ingezette re-integratiebedrijven gaan doen.

Verzuim-ontzorgverzekering

Naast deze wettelijke maatregelen is er tussen het Ministerie van SZW, de verzekeraars en VNO-NCW/MKB-Nederland een convenant gesloten, waarbij er per 1 januari 2020 een nieuwe verzekering komt: de verzuim-ontzorgverzekering. Met deze verzekering wordt een aantal zaken geregeld voor het midden- en kleinbedrijf:

  • Loondoorbetaling bij ziekte;
  • De verzekeraar neemt de regie en een groot deel van de re-integratieverplichtingen van de werkgever over;
  • Langdurige ziektegevallen gaan, in tegenstelling tot nu het geval is, beperkt meetellen in het bepalen van de hoogte van de premie.

Het gevolg van een dergelijke verzekering betekent wel dat er een hogere premie betaald moet gaan worden. Over de hoogte hiervan kunnen wij nu nog niets melden. Voor deze hogere kosten krijgen werkgevers een compensatie. Deze compensatie zal neerkomen op ongeveer € 1000,- per werkgever. Deze compensatie geldt echter ook als een werkgever geen gebruik maakt van deze verzekering.

Addertje onder het gras?

Hoewel er dus besloten is dat er een aparte verzuim-ontzorgverzekering voor mkb-bedrijven komt, die op 1 januari 2020 moet ingaan, is er van een concreet aanbod door verzekeraars nog geen sprake. Inmiddels is het medio juli 2019. Als werkgevers over willen stappen naar deze nieuwe – nog aan te bieden – verzekering, is het eerst de vraag of de huidige verzekeraar deze polis ook gaat aanbieden. Als dit al het geval is, of als de werkgever besluit om naar een andere verzekeraar over te stappen, moet er wel de mogelijkheid zijn om de huidige verzekering tijdig op te zeggen. Hierbij zit nog een addertje onder het gras. Naar verwachting zullen verzekeraars de verzekering aanbieden in combinatie met een, verplichte, aansluiting bij een arbodienst. Als de arbodienst een andere partij is, dan moet in dat geval ook het arbodienstcontract tijdig worden opgezegd. In veel gevallen hanteren die een opzegtermijn van 3 tot 6 maanden.

Advies aan AFNL-NOA-bedrijven

Hoewel er dus op dit moment nog geen concreet aanbod van verzekeraars ligt, maar de meeste werkgevers per 1 januari 2020 in principe wel gebruik willen gaan maken van de nieuwe verzuim-ontzorgverzekering, is het belangrijk om tijdig de huidige verzekeraar en arbodienst op te zeggen. AFNL-NOA adviseert om pro forma op te zeggen. Geef daarbij aan dat als u geen definitieve opzegging stuurt, u er vanuit gaat dat uw contract ongewijzigd doorloopt in 2020. Mocht u dan later toch geen gebruik willen maken van de nieuwe verzekering en eventuele arbodienst, dan loopt u ook geen risico. Daarnaast adviseren wij u alvast contact op te nemen met uw verzekeraar of tussenpersoon om na te gaan in hoeverre u van hen een aanbod van de nieuwe verzekering tegemoet kunt zien.

Hoewel de afspraken rondom loondoorbetaling bij ziekte al weer een tijd geleden gemaakt zijn, laat een belangrijk onderdeel van deze afspraken nog steeds op zich wachten. Wij houden voor u de vinger aan de pols en zullen u nader informeren zodra hier iets over te melden valt.