Dat minister Koolmees van SZW met de koepelorganisaties voor werkgevers en verzekeraars afspraken heeft gemaakt over de beperking van risico’s voor ondernemers en hen ontlast van een deel van de verantwoordelijkheden en verplichtingen, vinden wij een goede zaak. Hiermee wordt een eerste positieve stap gezet in het oplossen van één van de grote knelpunten op de arbeidsmarkt. Hard nodig nu ondernemers nog steeds zeer beperkt vaste medewerkers in dienst nemen vanwege de risico’s van de arbeidsmarktwetgeving.

AFNL-NOA pleit al jaren voor de afschaffing van het tweede loondoorbetalingsjaar bij ziekte en de daaraan gekoppelde re-integratieplicht. “Wij vinden dat het pakket wat nu op tafel ligt een eind in de goede richting komt en ondernemers keuzes biedt, maar we zijn er nog niet. AFNL-NOA zal de vinger stevig aan de pols houden en zien hoe het pakket in de praktijk gaat uitpakken”, aldus Sharon Gesthuizen, voorzitter van Stichting AFNL-NOA. “Ook de wijze waarop het verzekeringspakket en de premiestelling vorm en inhoud krijgen, zullen we op de voet volgen en zo nodig onze invloed aanwenden om het gewenste eindresultaat te krijgen.”

Jammer blijft het dat het pakket beperkt is tot bedrijven met 25 medewerkers in de vorm van een lagere (Aof)premie.

Wij zijn verheugd dat de Tweede Kamer vandaag Kamerbreed de motie van het lid Wörsdörfer c.s. over de implementatie van de MKB-Toets heeft aangenomen.

Hierdoor wordt direct bij evaluatie van de pilots met de MKB-Toets in april 2019 duidelijk hoe de MKB-Toets zodanig in pré-wetgevingstrajecten wordt geïmplementeerd dat álle departementen volgens het “pas toe of leg uit”- principe gaan werken met de MKB-Toets.

De door ons lang bepleite MKB-Toets, die is verankerd in het Regeerakkoord, moet er voor zorgen dat in een voorfase van wetgeving wordt getoetst of betreffende wetgeving in de praktijk van het mkb uitwerkt zoals was bedoeld en geen hoog overvliegende wet wordt met averechtse effecten op het mkb.

Wij zijn blij dat vandaag ook een aantal andere bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vorige week ingediende moties, is aangenomen. Het gaat dan om een motie die onderzoek en voorstellen beoogt om  administratieve voorschriften voor het in dienst hebben van personeel in kaart te brengen en deze substantieel te vereenvoudigen en te verlichten. Maar ook om een motie voor collectieve bescherming van ondernemers tot 10 werknemers die huiverig zijn hun recht te halen vanwege dure en langdurige procedures tegen grotere partijen en de angst voor verlies van een belangrijke opdrachtgever. Ook is een motie aangenomen die het aantrekkelijker maakt te innoveren door verhoging van het WBSO-tarief in de tweede schijf.

Wij zijn blij dat de Tweede Kamer met deze moties daadwerkelijk een aantal stappen zet om het voor mkb-aannemers in bouw, afbouw en infra wat gemakkelijker maken te ondernemen.

AFNL-NOA voorzitter Sharon Gesthuizen bood op 6 november de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een petitie aan om daadwerkelijk iets te doen aan het verkorten van de loondoorbetalingsplicht van mkb-ondernemers voor tenminste het tweede ziektejaar en de grote financiële risico’s voor mkb-ondernemers weg te nemen op dit vlak. Onderhandelingen over dit dossier lopen al jaren en ook in het Regeerakkoord is inmiddels ruim een jaar geleden aangegeven dat hieraan iets moet worden gedaan. Het in dienst nemen van vaste medewerkers is momenteel hard nodig en dan moeten deze risico’s geen belemmering vormen.

Lees hier de petitie en de achterliggende notitie Loondoorbetaling-bij-ziekte.

Aanbieding petitie aan Tweede Kamercie SZW. Op de foto v.l.n.r. PvdA – Van Dijk, D66 – Van Weijenberg, 50Plus – Van Brenk, Ondernemer Snellen, CDA – Heerma, voorzitter cie-SZW – Rog, AFNL-NOA-voorzitter Gesthuizen, ondernemer Singerling, GL – Smeulders, VVD – Wiersma

Wij vinden het een goede zaak dat de Tweede Kamer vandaag bij het Algemeen overleg van de commissie EZK over Regeldruk en ‘Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening’ stevig inzet op de uitvoering van de MKB-Toets en de verankering van deze toets voor toekomstige regelgeving voor het bedrijfsleven.

De door ons lang bepleite MKB-Toets, die is verankerd in het Regeerakkoord, moet er voor zorgen dat in een voorfase van wetgeving wordt getoetst of betreffende wetgeving in de praktijk van het mkb uitwerkt zoals was bedoeld en geen hoog overvliegende wet wordt met averechtse effecten. Tot op heden draait er slechts een zeer beperkt aantal pilots met de MKB-Toets en helaas lang niet van alle departementen. Terwijl de inzet was: dit jaar 10 pilots vanuit verschillende departementen.

Wij zijn blij met de inzet van de Kamerleden EZK hedenmiddag, waarbij zij de staatssecretaris van EZK nadrukkelijk hebben gevraagd snel duidelijkheid te verschaffen over een stevige verankering van de MKB-Toets voor toekomstige wet- en regelgeving die het bedrijfsleven betreft. Op voorhand is zelfs een Voortgezet Algemeen Overleg hierover aangevraagd met de Staatssecretaris.

De besluitvorming over het afschaffen van de zomer- of wintertijd moet worden uitgesteld totdat onderzoek is gedaan naar de economische effecten hiervan. Met name in de bouwsector zou permanente zomertijd wel eens productiviteitsverlies kunnen opleveren.

Wij vinden de vrije keuze van het afschaffen van zomer- of wintertijd zonder naar de economische effecten te hebben gekeken, geen goede zaak.

Het Kabinet hecht aan afstemming hierover met de omringende landen, op zich niet onbelangrijk, maar wij zouden graag zien wat de economische effecten zijn, Bekijk de brief die wij vandaag aan de ministeries van BZK en EZK hebben gezonden.

De Europese Commissie laat de regeringen van de lidstaten de vrije keuze bij het afschaffen van het systeem van zomer/wintertijd om permanent te kiezen voor zomertijd of wintertijd. In de bouw, infra en afbouw zitten veel productieve uren in de vroege ochtend en een definitieve keuze voor de vaste zomertijd zou wel eens een enorm productiviteitsverlies kunnen betekenen voor de bedrijven die buiten werken. En productiviteitsverlies kan de bouwsector zich – mede gezien de enorme opgaves op het gebied van woningbouw en infrastructuur – niet veroorloven.

Wij zijn er dan ook groot voorstander van de klokken eerst nog een jaar ‘gewoon’ te verzetten en intussen gedegen economisch onderzoek doen naar de effecten. En in die periode kan ook afstemming met de omringende landen plaatsvinden.

In het Financieel Dagblad van 25 juli bepleit onze voorzitter Sharon Gesthuizen dat beleidsmakers in politiek Den Haag lef moeten tonen bij de aanpassing van de wetgeving “loondoorbetaling bij ziekte”. Al in 2015 leek de Tweede Kamer een doorbraak te willen forceren, zonder aan de rechten van werknemers te willen knabbelen. Volgens Gesthuizen willen ondernemers niet al te grote risico’s nemen, omdat de werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor het voortbestaan van het bedrijf. AFNL-NOA is van mening dat de huidige situatie er aan bijdraagt dat werkgevers geen vaste contracten meer durven aan te gaan, uit vrees dat het aangaan van langdurige dienstverbanden onoverkomelijke kosten kunnen veroorzaken. In het regeerakkoord is aangegeven dat de regelgeving over loondoorbetaling bij ziekte op de schop moet. AFNL-NOA vraagt zich af waarom voorstellen tot aanpassing van wetgeving uitblijven.

Wettelijke waarborgen

Het voornemen bestaat dat risico’s van loondoorbetaling bij ziekte moeten worden ondergebracht bij particuliere verzekeraars. AFNL-NOA vreest dat zonder nadere afspraken werkgevers in het midden- en kleinbedrijf met hoge premiestijgingen geconfronteerd kunnen worden. Het Centraal Planbureau heeft in 2015 al aangetoond dat het niet terecht is dat het bedrijfsleven kan vertrouwen op de efficiëntie van verzekeraars op schadelastbeperking. Daarom pleit AFNL-NOA voor wettelijke waarborgen zodat premiestijging beperkt wordt. Er moet eerst voor een periode van drie jaar en daarna voor iedere periode van vijf jaar afspraken worden gemaakt voor mogelijke premiestijgingen. Als dergelijke waarborgen niet worden geboden kunnen werkgevers in de afbouw en bouwnijverheid zich in veel gevallen niet verzekeren. Het gevolg is dat werknemers die vurig een vast contract wensen aan het kortste eind trekken.

Woensdag 16 mei leverde Sharon Gesthuizen tijdens het Rondetafelgesprek met de Vast Commissie Economische Zaken en Klimaat in de Tweede Kamer haar bijdrage . Gesthuizen ging met name in op het onnodig clusteren van aanbestedingsopdrachten, de voorfinanciering van opdrachten door opdrachtnemers/ ondernemers en het niet vergoeden van tenderkosten. De bijdrage die zij aan het Rondetafelgesprek met de Tweede Kamercommissie levert, kunt u hier lezen.

Na een flinke daling van de werkgelegenheid tijdens de crisis neemt de vraag naar personeel in de gespecialiseerde aannemerij (GA) en afbouw weer toe. Naar verwachting zal de vraag naar arbeidskrachten in de komende jaren krachtig blijven toenemen en de vraag dient zich aan hoe hier in kan worden voorzien en hoe daarbij kwaliteit kan worden geborgd.

In opdracht van stichting AFNL-NOA heeft het Economisch Instituut voor de bouw onderzocht hoeveel nieuwe arbeidskrachten hiervoor nodig zijn. Hoe staat het met de aantrekkingskracht van de beroepen en opleidingen in de GA en afbouw en hoe groot is de vijver waarin moet worden gevist om jonge mensen naar de sectoren te halen? En, in hoeverre kunnen de beroepen en het opleidingssysteem worden gemoderniseerd om de aantrekkingskracht van de gespecialiseerde beroepen en de afbouw te vergroten?

Deze vragen staan centraal in de studie ‘Gespecialiseerde aannemerij en afbouw, optimale opleidingsstructuur’. Download het rapport [link pdf].

Wat wil AFNL-NOA

  • AFNL-NOA wil dat deelcertificaten die leiden tot een wettelijk erkend MBO-diploma ook door de overheid worden bekostigd. Onderwijs en examens in het kader van deze opleiding moeten door de overheid bekostigd worden.
  • AFNL-NOA maakt zich zorgen over het behoud van kleinschalige opleidingen in bouw en afbouw. Het onderwijs moet anders worden georganiseerd. We pleiten voor een pilot met een zogenaamd samenwerkingscollege waarin ook ROC’s en overheid betrokken zijn. De overheid moet hiervoor middelen beschikbaar stellen.
  •  AFNL-NOA wil dat de overheid meer geld beschikbaar stelt voor praktijkvormende scholing die voor onze bedrijfstakken absoluut vereist is.

Dinsdag 17 april a.s. presenteert EIB namens AFNL-NOA een nieuw onderzoeksrapport over de gewenste instroom in de arbeidsmarkt en scholing.

Dit gebeurt in perscentrum Nieuwspoort van de Tweede Kamer. Tenzij er stemmingen zijn in de Kamer, hebben vier Kamerleden hun medewerking toegezegd om ter plekke op het rapport te reageren. 

Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw geeft tijdens zijn presentatie antwoord op vragen die voor het onderzoek zijn gesteld:

  1. Hoeveel nieuwe arbeidskrachten hebben sectoren in de gespecialiseerde aannemerij en afbouw komende jaren nodig?
  2. Hoe groot is de vijver waarin moet worden gevist om jonge mensen naar onze sectoren te halen?
  3. Welke aantrekkingskracht hebben de beroepen en opleidingen die in de afbouw en gespecialiseerde aannemerij worden aangeboden?
  4. Moeten de beroepen en opleidingssystemen worden gemoderniseerd om meer jongere voor onze sectoren te kunnen aantrekken?

Na de presentatie in Nieuwspoort leest u op onze site uiteraard meer.

Op 14 maart vond in de Tweede Kamer een bijeenkomst plaats met leden van de Vaste Kamercommissie Economische Zaken en een 50 tal branchevoorzitters/bestuurders op instigatie van MKB-Nederland. Een zeer gevarieerd aantal branches legden bij de Kamerleden neer waar kansen zitten de komende tijd, maar ook waar ondernemers belemmeringen ervaren. In blokken van 4 sprekers kwamen 16 onderwerpen aan bod. Namens AFNL-NOA kreeg Sharon Gesthuizen het woord over aanbestedingen. Zij legde de nadruk op de belemmeringen die mkb-aannemers nog steeds ondervinden bij aanbestedingen. “Uit de evaluatie van de Aanbestedingenwet blijkt dat nog altijd sprake is van onnodige clustering van opdrachten waardoor het mkb minder kansen heeft; ondanks de poging van de Kamer om dat met de Aanbestedingswet te verhelpen middels het ‘verbod op onnodig clusteren’, en de gids proportionaliteit.

Het Adviescentrum Aanbestedingen klom vorig jaar ruim 60 keer in de pen en schreef al tijdens de procedure de opdrachtgever aan. Maar volgens een advocaat van het adviescentrum kiest een deel van de opdrachtgevers een weloverwogen formulering om te motiveren waarom opdrachten worden samengevoegd. Dan weet je dat dat bewust is. Opdrachtgevers gaan dan voorbij aan het feit dat alleen de ‘grote jongens’ kunnen inschrijven voor een opdracht en veel concurrentie wordt uitgeschakeld.”

Hoe speelt Tweede Kamer in op clusterproblematiek!?

Gesthuizen gaf aan dat in het Eindrapport van Beter Aanbesteden heel helder staat: aanbesteden door de overheid moet toegankelijker worden voor het mkb. Het eindrapport stelt concreet dat door onnodig te clusteren het met name voor mkb-bedrijven en starters onmogelijk gemaakt wordt om zelfstandig mee te doen met aanbestedingen. Iets wat ook vanuit overheidsperspectief onwenselijk is. De huidige problematiek rond clusteren moet inzichtelijk gemaakt worden aan de hand van de wettelijke regels, bijbehorende jurisprudentie en goede praktijkvoorbeelden, aldus de aanbeveling.

Volgens de AFNL-NOA-voorzitter wil niemand juridisering; ook niet omdat het voor rechters gewoon ontzettend ingewikkeld is om een laag dieper te gaan in het kijken en oordelen over aanbestedingen. De Actieagenda Beter Aanbesteden bevat waardevolle punten om het beter te maken.

En als er ten tijde van de totstandkoming van de Aanbestedingswet een MKB-Toets was geweest, zouden er nu niet dit soort aanbestedingsperikelen voor het mkb zijn geweest, aldus Gesthuizen. Concreet vroeg zij de Kamerleden wat zij en hun fracties hieraan willen doen en wat zij het kabinet willen vragen of opdragen, en wanneer.

Daar het onderwerp aanbesteden ook nog door anderen werd aangestipt tijdens de bijeenkomst, kwam vanuit de vaste Kamercommissie de uitnodiging voorafgaand op het Algemeen Overleg Aanbesteden begin mei met de betrokken branches een gesprek aan te gaan hierover.

Acties gericht op verhogen lage btw tarief

Naast heel veel ons bekende maar ook branche-specifieke problemen, stelden de Bloemistwinkeliers de verhoging van het lage btw tarief naar naar 9% aan de orde. Vanuit de kamercie kwamen vragen als hoeveel procent markt/werkgelegenheid dit gaat kosten en welke acties branches richting kabinet gaan ondernemen. PvdA en SP (oppositie) hadden de meeste animo hierbij aan te sluiten. Gerefereerd werd hier ook mogelijk gezamenlijke acties vanuit MKB-Nederland op dit vlak.