Vanaf nu MKB-Toets op alle nieuwe wet- en regelgeving voor het mkb

Na enige jaren inzet vanuit AFNL-NOA om een MKB-Toets op toekomstige wet- en regelgeving in te voeren, is deze er gekomen! Na een aantal succesvolle pilots wordt deze MKB-Toets verankerd in wet- en regelgeving. Staatssecretaris Keijzer van EZK heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin zij heeft aangegeven dat de eerste zeven pilots met de MKB-Toets een positief effect hebben gehad. Positief in die zin, dat op basis van de toets door mkb-ondernemers toekomstige wet- en regelgeving van tafel is gegaan of wordt bijgesteld. Met behulp van moties uit de Tweede Kamer wordt de MKB-Toets nu opgenomen in het wet- en regelgevingstraject, zodat voor het mkb substantieel beter uitvoerbare regels ontstaan.

Door de MKB-Toets Rijksbreed uit te rollen, moeten alle departementen de Toets nu gaan toepassen volgens het ‘pas-toe-of-leg-uit-principe’. VVD-Kamerlid Wörsdörfer (indiener van de motie) benadrukte bij de evaluatie in de Tweede Kamer nog eens dat dat betekent dat alle bewindspersonen hier vanaf nu scherp op gehouden worden, zodat regels uitvoerbaar zijn voor het mkb. Ook staatssecretaris Keijzer van EZK gaf aan er op toe te zullen zien dat alle departementen de MKB-Toets toepassen en zich houden aan het ‘pas-toe-of-leg-uit-principe’.

Mening mkb-ondernemers telt

Daarnaast zal er een weg moeten worden gevonden om mkb-ondernemers snel en zorgvuldig bij de MKB-Toets te betrekken, want deze ondernemers kunnen bepalen of een wet in de praktijk werkt en uitvoerbaar is. Soms is het lastig op korte termijn ondernemers te mobiliseren die bereid zijn mee te denken over de effecten van toekomstige wet- en regelgeving. Hiervoor wordt nu via MKB-Nederland een panel van ondernemers opgezet. Daarnaast zal altijd de vraag richting aangesloten branches, zoals die van AFNL en NOA, komen om kennis en ondernemers te leveren die relevante toekomstige wetgeving op pijnpunten voor het mkb willen toetsen.

Wilt u als ondernemer meewerken aan deze MKB Toets op wet- en regelgeving? Laat het ons weten! Mail Rielèn van der Hoek, hoofd politiek beleidsbureau


Ondernemers gewaarschuwd voor een addertje onder het gras!

Per 1 januari 2020 gaat de nieuwe wetgeving inzake de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte voor werkgevers gelden. AFNL-NOA heeft steeds gepleit heeft voor een verkorting van de loondoorbetalingsperiode naar maximaal één jaar, maar de regering heeft anders besloten. De loondoorbetalingsperiode bij ziekte blijft gehandhaafd op twee jaar. Wel komen er een aantal maatregelen om de risico’s van deze loondoorbetaling, met name voor kleine werkgevers, te beperken.

De belangrijkste maatregelen om de risico’s te beperken, hebben we nog even op een rijtje gezet:

  • Het medisch advies van de bedrijfsarts wordt leidend bij de toets van het re-integratieverslag (RIV) door het UWV. Dat betekent dat als u als werkgever het advies van de bedrijfsarts heeft gevolgd, u op medische gronden geen sanctie meer kan worden opgelegd door het UWV;
  • Eerder kunnen re-integreren richting Spoor 2 (buiten het eigen bedrijf re-integreren) als duidelijk is dat het eerste spoor niet meer aan de orde is. Er hoeft dan dus niet gewacht te worden tot het eerste jaar voorbij is. Dit moet o.a. gestimuleerd worden door het eerder in kunnen zetten van de zogenaamde no-risk polis;
  • Een zieke werknemer moet op vaste momenten ook zelf zijn visie geven over het re-integratietraject en moet dus actief aan de slag. De zieke werknemer kan niet alleen maar afwachten wat de werkgever en de mogelijk ingezette re-integratiebedrijven gaan doen.

Verzuim-ontzorgverzekering

Naast deze wettelijke maatregelen is er tussen het Ministerie van SZW, de verzekeraars en VNO-NCW/MKB-Nederland een convenant gesloten, waarbij er per 1 januari 2020 een nieuwe verzekering komt: de verzuim-ontzorgverzekering. Met deze verzekering wordt een aantal zaken geregeld voor het midden- en kleinbedrijf:

  • Loondoorbetaling bij ziekte;
  • De verzekeraar neemt de regie en een groot deel van de re-integratieverplichtingen van de werkgever over;
  • Langdurige ziektegevallen gaan, in tegenstelling tot nu het geval is, beperkt meetellen in het bepalen van de hoogte van de premie.

Het gevolg van een dergelijke verzekering betekent wel dat er een hogere premie betaald moet gaan worden. Over de hoogte hiervan kunnen wij nu nog niets melden. Voor deze hogere kosten krijgen werkgevers een compensatie. Deze compensatie zal neerkomen op ongeveer € 1000,- per werkgever. Deze compensatie geldt echter ook als een werkgever geen gebruik maakt van deze verzekering.

Addertje onder het gras?

Hoewel er dus besloten is dat er een aparte verzuim-ontzorgverzekering voor mkb-bedrijven komt, die op 1 januari 2020 moet ingaan, is er van een concreet aanbod door verzekeraars nog geen sprake. Inmiddels is het medio juli 2019. Als werkgevers over willen stappen naar deze nieuwe – nog aan te bieden – verzekering, is het eerst de vraag of de huidige verzekeraar deze polis ook gaat aanbieden. Als dit al het geval is, of als de werkgever besluit om naar een andere verzekeraar over te stappen, moet er wel de mogelijkheid zijn om de huidige verzekering tijdig op te zeggen. Hierbij zit nog een addertje onder het gras. Naar verwachting zullen verzekeraars de verzekering aanbieden in combinatie met een, verplichte, aansluiting bij een arbodienst. Als de arbodienst een andere partij is, dan moet in dat geval ook het arbodienstcontract tijdig worden opgezegd. In veel gevallen hanteren die een opzegtermijn van 3 tot 6 maanden.

Advies aan AFNL-NOA-bedrijven

Hoewel er dus op dit moment nog geen concreet aanbod van verzekeraars ligt, maar de meeste werkgevers per 1 januari 2020 in principe wel gebruik willen gaan maken van de nieuwe verzuim-ontzorgverzekering, is het belangrijk om tijdig de huidige verzekeraar en arbodienst op te zeggen. AFNL-NOA adviseert om pro forma op te zeggen. Geef daarbij aan dat als u geen definitieve opzegging stuurt, u er vanuit gaat dat uw contract ongewijzigd doorloopt in 2020. Mocht u dan later toch geen gebruik willen maken van de nieuwe verzekering en eventuele arbodienst, dan loopt u ook geen risico. Daarnaast adviseren wij u alvast contact op te nemen met uw verzekeraar of tussenpersoon om na te gaan in hoeverre u van hen een aanbod van de nieuwe verzekering tegemoet kunt zien.

Hoewel de afspraken rondom loondoorbetaling bij ziekte al weer een tijd geleden gemaakt zijn, laat een belangrijk onderdeel van deze afspraken nog steeds op zich wachten. Wij houden voor u de vinger aan de pols en zullen u nader informeren zodra hier iets over te melden valt.

“Heerlijk hoog en droog zitten”. Het is een gevleugelde Nederlandse uitspraak en wel eentje met een positieve connotatie. Maar tijden veranderen en na de droogte van de vorige Nederlandse zomer – in combinatie met berichten over andere plekken in de wereld waar de regen uitbleef – zijn we ons bewuster van het gevaar: droog zitten is niet per definitie heerlijk. Vorig jaar was de toevoer van grondstoffen een probleem voor de bouw: bij extreem lage waterstand kan er immers minder per binnenvaart worden vervoerd. Knap lastig als je afhankelijk bent van toevoer uit Duitsland via het water! En natuurlijk waren er in tal van andere sectoren ook nijpende verhalen te horen als gevolg van het gebrek aan regen.

De eerste geluiden deze zomer waren dan ook vooral waarschuwingen. Experts lieten weten dat de tekorten van vorig jaar nog lang niet waren opgelost. Zuinig zijn met water is het devies. En dus verwelkomt intussen zelfs een absolute zonaanbidder als ik ieder fris zomers buitje met een glimlach en opluchting. Of we in de bouw, afbouw en infra ook opgelucht kunnen glimlachen naar aanleiding van de nieuwe afspraken over pensioenen moet nog even worden bezien…

Uitwerking voor zware beroepen

Veel in het Pensioenakkoord moet nog worden uitgewerkt. Met name waar het gaat om de zware beroepen is op dit moment onduidelijk wat het antwoord van de politiek wordt. AFNL-NOA vroeg een paar dagen na het nieuws over het Pensioenakkoord dan ook nadrukkelijk aandacht voor de positie van werknemers in het mkb die zwaar werk doen. We maakten een video, die met een uitgebreide brief met onze standpunten naar onder meer politiek Den Haag is gestuurd. De Tweede Kamer heeft laten weten onze inbreng bij een volgend debat over pensioenen te zullen betrekken.

Een helpende hand
Onze brancheverenigingen laten er geen misverstand over bestaan: het probleem van de zware beroepen in de bouw is niet een probleem van onze sector alleen. Wij kunnen dit vraagstuk niet alleen oplossen en hebben dus de overheid nodig om de helpende hand toe te steken. En laten we wel wezen: zo’n helpende hand zou ook niet meer dan eerlijk zijn. Onze werknemers beginnen al op heel jonge leeftijd met werken en dragen dus veel jonger dan gemiddeld bij aan de schatkist. Bovendien investeert de samenleving in hen een veel lager bedrag aan opleidings- en studiekosten dan voor mensen die doorleren. Zulke investeringen mogen tegen het einde van hun loopbaan best alsnog worden gedaan: per slot profiteert de hele samenleving van het harde werk van onze vaklui.

Onze boodschap is helder

We houden de ontwikkelingen op dit vlak nauwlettend in de gaten en zullen ervoor zorgen dat de beleidsmakers in Den Haag niet vergeten wat onze boodschap is: gun mensen met zware beroepen een gezond einde van hun werkzame leven, voorkom uitval en laat hen na 45 dienstjaren afzwaaien!

Dan kunnen ze daarna van hun welverdiende rust genieten onder een parasolletje. Of onder een paraplu natuurlijk, dat is ons om het even.

Sharon Gesthuizen
Voorzitter Stichting AFNL-NOA

Wij zijn verheugd dat het VNO-NCW / MKB-Nederland is gelukt om met de vakbonden en het kabinet tot een breed pensioenakkoord te komen. Het akkoord is de afronding van een jarenlange discussie over de vormgeving van een nieuw pensioenstelsel. Maar we zijn er nog lang niet. Veel zal afhangen van de daadwerkelijke uitwerking van het akkoord en daar willen we als vertegenwoordigers van de zware beroepen uiteraard graag bij betrokken zijn. 

Mensen in zware beroepen kunnen de pensioengerechtigde leeftijd vaak niet gezond bereiken. Wij willen benadrukken dat wij het als sector dan ook niet alleen kunnen. Om passende maatregelen te treffen hebben we de hulp van de overheid hard nodig. Hierover hebben wij Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als ook alle leden van de vaste commissie SZW en Financiën een brief gestuurd waarin wij cruciale punten benoemen om dat mogelijk te maken. In een begeleidende video leggen MKB-ondernemers uit de bouw- en afbouwsector uit waarom het noodzakelijk is dat mensen met zware beroepen na 45 arbeidsjaren met pensioen kunnen.

Download onze brief als reactie op het pensioenakkoord.

Wij zijn zeer verheugd dat de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de MKB-Toets op toekomstige wet- en regelgeving nu verankerd in het wetgevingstraject. Hiermee wordt de MKB-Toets, waarvoor wij jarenlang hebben gepleit, Rijksbreed uitgerold. De door de VVD ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen motie, waarbij alle departementen de Toets moeten gaan toepassen op voor het mkb relevante wetgeving, is daarbij een stevige steun in de rug.

Na een aantal pilots met de MKB-Toets, die inmiddels zijn geëvalueerd door het ministerie van EZK, was duidelijk dat deze Toets die door mkb-ondernemers wordt uitgevoerd in de voorfase van wetgeving, daadwerkelijk effect heeft op de uitvoerbaarheid van regels voor het mkb. De staatssecretaris van EZK geeft in haar brief aan de Tweede Kamer aan dat de pilots met de MKB-Toets positief zijn verlopen. Positief in die zin, dat op basis van de Toets door mkb-ondernemers toekomstige wet- en regelgeving van tafel is gegaan of wordt bijgesteld.

Met het Rijksbreed uitrollen van de MKB-Toets door de Staatssecretaris en de motie ‘pas-toe-of-leg-uit’, wordt de MKB-Toets -bijna drie jaar na de eerste hiertoe ingediende moties- een feit. Wij hopen dat met deze MKB-Toets mkb-ondernemers in de toekomst worden gespaard voor hoog overvliegende wet- en regelgeving die in de mkb-praktijk niet blijkt te werken.

Dat minister Koolmees van SZW met de koepelorganisaties voor werkgevers en verzekeraars afspraken heeft gemaakt over de beperking van risico’s voor ondernemers en hen ontlast van een deel van de verantwoordelijkheden en verplichtingen, vinden wij een goede zaak. Hiermee wordt een eerste positieve stap gezet in het oplossen van één van de grote knelpunten op de arbeidsmarkt. Hard nodig nu ondernemers nog steeds zeer beperkt vaste medewerkers in dienst nemen vanwege de risico’s van de arbeidsmarktwetgeving.

AFNL-NOA pleit al jaren voor de afschaffing van het tweede loondoorbetalingsjaar bij ziekte en de daaraan gekoppelde re-integratieplicht. “Wij vinden dat het pakket wat nu op tafel ligt een eind in de goede richting komt en ondernemers keuzes biedt, maar we zijn er nog niet. AFNL-NOA zal de vinger stevig aan de pols houden en zien hoe het pakket in de praktijk gaat uitpakken”, aldus Sharon Gesthuizen, voorzitter van Stichting AFNL-NOA. “Ook de wijze waarop het verzekeringspakket en de premiestelling vorm en inhoud krijgen, zullen we op de voet volgen en zo nodig onze invloed aanwenden om het gewenste eindresultaat te krijgen.”

Jammer blijft het dat het pakket beperkt is tot bedrijven met 25 medewerkers in de vorm van een lagere (Aof)premie.

Wij zijn verheugd dat de Tweede Kamer vandaag Kamerbreed de motie van het lid Wörsdörfer c.s. over de implementatie van de MKB-Toets heeft aangenomen.

Hierdoor wordt direct bij evaluatie van de pilots met de MKB-Toets in april 2019 duidelijk hoe de MKB-Toets zodanig in pré-wetgevingstrajecten wordt geïmplementeerd dat álle departementen volgens het “pas toe of leg uit”- principe gaan werken met de MKB-Toets.

De door ons lang bepleite MKB-Toets, die is verankerd in het Regeerakkoord, moet er voor zorgen dat in een voorfase van wetgeving wordt getoetst of betreffende wetgeving in de praktijk van het mkb uitwerkt zoals was bedoeld en geen hoog overvliegende wet wordt met averechtse effecten op het mkb.

Wij zijn blij dat vandaag ook een aantal andere bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vorige week ingediende moties, is aangenomen. Het gaat dan om een motie die onderzoek en voorstellen beoogt om  administratieve voorschriften voor het in dienst hebben van personeel in kaart te brengen en deze substantieel te vereenvoudigen en te verlichten. Maar ook om een motie voor collectieve bescherming van ondernemers tot 10 werknemers die huiverig zijn hun recht te halen vanwege dure en langdurige procedures tegen grotere partijen en de angst voor verlies van een belangrijke opdrachtgever. Ook is een motie aangenomen die het aantrekkelijker maakt te innoveren door verhoging van het WBSO-tarief in de tweede schijf.

Wij zijn blij dat de Tweede Kamer met deze moties daadwerkelijk een aantal stappen zet om het voor mkb-aannemers in bouw, afbouw en infra wat gemakkelijker maken te ondernemen.

AFNL-NOA voorzitter Sharon Gesthuizen bood op 6 november de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een petitie aan om daadwerkelijk iets te doen aan het verkorten van de loondoorbetalingsplicht van mkb-ondernemers voor tenminste het tweede ziektejaar en de grote financiële risico’s voor mkb-ondernemers weg te nemen op dit vlak. Onderhandelingen over dit dossier lopen al jaren en ook in het Regeerakkoord is inmiddels ruim een jaar geleden aangegeven dat hieraan iets moet worden gedaan. Het in dienst nemen van vaste medewerkers is momenteel hard nodig en dan moeten deze risico’s geen belemmering vormen.

Lees hier de petitie en de achterliggende notitie Loondoorbetaling-bij-ziekte.

Aanbieding petitie aan Tweede Kamercie SZW. Op de foto v.l.n.r. PvdA – Van Dijk, D66 – Van Weijenberg, 50Plus – Van Brenk, Ondernemer Snellen, CDA – Heerma, voorzitter cie-SZW – Rog, AFNL-NOA-voorzitter Gesthuizen, ondernemer Singerling, GL – Smeulders, VVD – Wiersma

Wij vinden het een goede zaak dat de Tweede Kamer vandaag bij het Algemeen overleg van de commissie EZK over Regeldruk en ‘Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening’ stevig inzet op de uitvoering van de MKB-Toets en de verankering van deze toets voor toekomstige regelgeving voor het bedrijfsleven.

De door ons lang bepleite MKB-Toets, die is verankerd in het Regeerakkoord, moet er voor zorgen dat in een voorfase van wetgeving wordt getoetst of betreffende wetgeving in de praktijk van het mkb uitwerkt zoals was bedoeld en geen hoog overvliegende wet wordt met averechtse effecten. Tot op heden draait er slechts een zeer beperkt aantal pilots met de MKB-Toets en helaas lang niet van alle departementen. Terwijl de inzet was: dit jaar 10 pilots vanuit verschillende departementen.

Wij zijn blij met de inzet van de Kamerleden EZK hedenmiddag, waarbij zij de staatssecretaris van EZK nadrukkelijk hebben gevraagd snel duidelijkheid te verschaffen over een stevige verankering van de MKB-Toets voor toekomstige wet- en regelgeving die het bedrijfsleven betreft. Op voorhand is zelfs een Voortgezet Algemeen Overleg hierover aangevraagd met de Staatssecretaris.

De besluitvorming over het afschaffen van de zomer- of wintertijd moet worden uitgesteld totdat onderzoek is gedaan naar de economische effecten hiervan. Met name in de bouwsector zou permanente zomertijd wel eens productiviteitsverlies kunnen opleveren.

Wij vinden de vrije keuze van het afschaffen van zomer- of wintertijd zonder naar de economische effecten te hebben gekeken, geen goede zaak.

Het Kabinet hecht aan afstemming hierover met de omringende landen, op zich niet onbelangrijk, maar wij zouden graag zien wat de economische effecten zijn, Bekijk de brief die wij vandaag aan de ministeries van BZK en EZK hebben gezonden.

De Europese Commissie laat de regeringen van de lidstaten de vrije keuze bij het afschaffen van het systeem van zomer/wintertijd om permanent te kiezen voor zomertijd of wintertijd. In de bouw, infra en afbouw zitten veel productieve uren in de vroege ochtend en een definitieve keuze voor de vaste zomertijd zou wel eens een enorm productiviteitsverlies kunnen betekenen voor de bedrijven die buiten werken. En productiviteitsverlies kan de bouwsector zich – mede gezien de enorme opgaves op het gebied van woningbouw en infrastructuur – niet veroorloven.

Wij zijn er dan ook groot voorstander van de klokken eerst nog een jaar ‘gewoon’ te verzetten en intussen gedegen economisch onderzoek doen naar de effecten. En in die periode kan ook afstemming met de omringende landen plaatsvinden.