Onze volledige agenda.

Mkb-aannemers die door kunnen bouwen;  dat is wat Nederland nodig heeft!

Zonder mkb-ondernemers geen gezonde economie en zonder gezonde economie geen geld om te investeren in zorg en onderwijs.

AFNL en NOA zien kansen en bedreigingen bij het realiseren daarvan:

  • Mkb in bouw, afbouw en infra kunnen in deze crisis slechts doorbouwen als de kwaliteit van vergunningverlening verbetert, bouw- en infraopdrachten naar voren worden gehaald met geoormerkt geld voor lagere overheden, anticyclisch beleid wordt gevoerd en de overheid mee investeert in kopen, ontwikkelen en bouwrijp maken van grond.
  • Neem het mkb als uitgangspunt voor beleid, dan hebben mkb-aannemers niet meer het nakijken bij ingewikkelde regelingen en belemmerende arbeidsmarktmaatregelen. Verminder de regeldruk voor het mkb. Laat de MKB-Toets écht werken door te leren van punten die hieruit naar voren komen bij volgende concept-wetgevingstrajecten.
  • Het mkb werkt met de menselijke maat. Ook in een inclusieve samenleving krijgt dit vorm doordat mkb-bedrijven ervoor zorgen dat bij hen vakmensen –ongeacht afkomst- dezelfde kansen krijgen. Sterker nog, zij vertonen veelal inspirerend voorbeeldgedrag. Zadel mkb-ondernemers daarom niet op met onnodige rompslomp, zonder dat daadwerkelijk wordt bijgedragen aan meer gelijkheid en eerlijker kansen. Een ondernemer in mkb-bouw, – afbouw of –infra zou gek zijn als hij vakmensen, van welke komaf ook, laat lopen.
  • Een AanbestedingsAutoriteit moet zorgen dat aanbestedingen verlopen zoals volgens de Wet is geregeld en zo niet, daadkrachtig optreden. Dit is volgens AFNL en NOA de enige weg om o.a. het clusteren van opdrachten tegen te gaan, het complementair gunnen mogelijk te maken en te zorgen voor een gelijk speelveld voor grote- en mkb-bedrijven.
  • Betalingstermijnen van overheden en grote opdrachtgevers moeten verder verbeteren. Het kan niet zo zijn dat mkb-aannemers ‘kredietverstrekkers’ van opdrachtgevers worden.
  • Een structureel laag btw-tarief zet opdrachtgevers aan tot renovatie, verduurzamen, energiezuinig maken en circulair bouwen; cruciale maatschappelijke opgaven. AFNL en NOA verwachten daardoor niet alleen werk voor ondernemers, maar ook werkgelegenheid. Uiteraard wordt er wat minder btw afgedragen, maar het levert de overheid meer loon- en inkomstenbelasting op en het bespaart op WW-uitkeringen.
  • Innovatiegelden moeten makkelijker toegankelijk worden voor het mkb. Juist voor ‘t mkb in bouw, afbouw en infra, kan een beetje extra stimulering cruciaal zijn bij innovaties in energieneutraal, klimaatbestendig, circulair en bio-based bouwen.
  • Er moet meer regie komen op ruimtelijke ordening om de enorme bouw- en verduurzamingsopgave voor de komende jaren te kunnen ‘handelen’. AFNL-NOA zou de regie hiervan het liefst bij een toekomstig minister van VRIM (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, infrastructuur en milieu) zien, die alle aspecten van ruimtebenutting, zoals economisch, duurzaam en klimaat coördineert.
  • AFNL en NOA vragen de politiek regie te voeren op lokale/provinciale klimaatagenda’s. Als gemeenten en provincies een lokale/provinciale klimaatagenda opstellen, weten burgers en mkb welke keuzes lokaal/regionaal gemaakt worden ter zake energie, infrastructuur, enz. Mkb-aannemers in bouw, afbouw en infra, die een grote binding met de regio/gemeenten hebben, kunnen daarop inspelen en onderscheidend werken met hun vakmensen.
  • Meer ruimte voor nieuwe vormen van samenwerking tussen het bouwbedrijfsleven en overheden en hun uitvoeringsorganisaties is cruciaal voor innovaties in de bouw en moeten politiek mogelijk worden gemaakt. Reeds beproefde convenantsamenwerkingen of Bouwteams leveren een verfrissend resultaat voor opdrachtgever en opdrachtnemer.
  • Het snel regelen van een stikstofdrempelwaarde voor de bouw is essentieel om door te kunnen werken. AFNL en NOA vragen de politiek hierover een positie in te nemen en met ambitieuze natuurherstelprogramma’s te komen om te voorkomen dat zo’n regeling opnieuw onderuit wordt getrokken en de bouw opnieuw stil komt te liggen.
  • Ook het voorkomen van het stilleggen van de bouw en infra ten gevolge van PFAS-achtige stoffen moet in de toekomst worden voorkomen. Dit geldt eveneens voor allerlei ontwerp- Aanvullingsregelingen, zoals geluid Omgevingswet. Dit soort regelingen leiden tot te veel onduidelijkheid en onzekerheid en zetten de bouw van 100.000en woningen op het spel.
  • AFNL en NOA willen graag in samenwerking met de overheid de keuze voor onderwijs/opleidingen in ambachtelijke bouw, afbouw en infraberoepen promoten, om zo voor de toekomst voldoende vakmensen te kunnen opleiden. Daarnaast moet de overheid meer investeren in bouwgerelateerde en technische opleidingen met voldoende regionale spreiding, ook als deze kleinschalig zijn.
  • Mkb-aannemers hopen dat er nu écht een oplossing komt voor de loondoorbetalingsplicht bij arbeidsongeschiktheid. De eerder door o.a. politiek en ministerie geboden financiële tegemoetkoming en de mkb-ontzorgpolis lijken te verworden tot een gepolderde oplossing waar het mkb geen baat bij heeft.
  • Daar in de bouw, afbouw en infra wordt gewerkt met lange dienstverbanden, kunnen als het echt slecht gaat en reorganisatie niet kan worden voorkomen, mkb-bedrijven failliet gaan aan de verplicht te betalen transitievergoeding. AFNL en NOA pleiten voor vrijstelling hiervan in dit soort gevallen en verzoeken bij de evaluatie van de WAB nadrukkelijk naar de positie van het mkb in bouw, afbouw en infra te kijken.
  • Met verbazing en onbegrip zijn mkb-ondernemers de laatste jaren op sociaal gebied geconfronteerd met de Wet Arbeidsmarkt in Balans, de Wet DBA en het wetsvoorstel Toezicht discriminatievrije werving en selectie. Regeldruk verhogend en niet werkend in de mkb-praktijk. Waarom wordt hier niet geleerd van de punten die de inmiddels verplichte MKB-Toets oplevert.
  • Duidelijke status van de zelfstandige ondernemer (zzp’er) blijft en blijkt een politiek groot struikelblok en heet hangijzer. Afschaffing VAR, Wet Aanpak Schijnconstructies en Wet DBA met alle gebreken vandien, volgden elkaar op. AFNL en NOA pleiten voor een duidelijke wettelijke status van de zzp’er en specifiek voor sectoren met gezagsverhoudingen zoals in bouw, afbouw en infra.

Mkb-aannemers die door kunnen bouwen; dat is wat Nederland nodig heeft!

Inleiding

“Dankzij ondernemers kunnen we blijven investeren in de zorg en in het onderwijs.” Het waren de letterlijke woorden van premier Rutte deze zomer, nadat hij met mkb’ers had gesproken over hun ervaringen tijdens de COVID-19-epidemie. Veel meer politici, zowel Kamerleden als bewindspersonen, weten dat: zonder ondernemers geen gezonde economie en zonder gezonde economie geen centen voor alle belangrijke zaken die een land veilig en goed georganiseerd maken.

Mkb-ondernemers in bouw, afbouw en infra realiseren zich als geen ander dat ze meer doen dan het runnen van een bedrijf. Ze zorgen voor werkgelegenheid, houden wijken in steden en dorpen leefbaar, innoveren en investeren in de ontwikkeling van producten, diensten en kennis en ze zorgen er dag in dag uit voor dat Nederlanders en degenen die ons land bezoeken kunnen rekenen op betrouwbare service, kwaliteit en keuzemogelijkheden in aanbod bij alles wat met de woon-, werk- en leefomgeving te maken heeft.

Al een behoorlijk aantal jaren is er sprake van positieve, veelbelovende veranderingen in het landschap van de Nederlandse ondernemingen, die het belang van het mkb voor ons land onderstrepen. Waar het starten van een eigen bedrijf decennialang vooral was weggelegd voor het prototype man-in-pak, valt met een blik op het ‘nieuwe’ ondernemerschap op dat er nu juist sprake is van grote diversiteit. Vrouw en man, oud en jong, allochtoon en autochtoon: het beginnen van een eigen zaak is voor iedereen mogelijk. Menig ondernemer begint met weinig meer dan een ladder of een laptop, gezond verstand, vakkennis en een flinke portie lef. En bij overname in een familiebedrijf, is het ondernemen met de paplepel ingegeven.

Dat iedere Nederlander de kans heeft om haar of zijn creativiteit, specialistische kennis en ambitie in te zetten voor een eigen bedrijf, is iets om trots op te zijn. Juist hierdoor kunnen alle mensen het beste uit zichzelf halen. Het is iets om trots op te zijn, maar we moeten ons ook realiseren dat we er met trots alleen niet zijn. Dit is zo belangrijk voor ons land dat we er alles aan moeten doen om deze mogelijkheden te behouden en liefst zelfs te versterken. En dat is niet gemakkelijk; daarvoor is slim beleid nodig dat is gebaseerd op begrip van de uitdagingen waar het mkb voor staat. De vraag die we onszelf moeten stellen is: hoe zorgen we ervoor dat drempels voor ondernemers om te kunnen doen waarin zij goed zijn, zo laag mogelijk zijn? Met andere woorden: hoe zorgen we voor een excellent ondernemersklimaat waarin juist die creatieve mkb’er zijn werk kan doen!

Graag lopen AFNL en NOA in deze notitie een aantal punten met u langs waarop in onze ogen kansen liggen, maar ook bedreigingen.

Het mkb in de bouw, afbouw en infra

Voor ons werkterrein liggen er forse uitdagingen voor Nederland. We kunnen als land de komende jaren niet zonder verbeteringen in de bouw, afbouw en infra. Als we de maatschappelijke uitdagingen het hoofd willen bieden, moeten hier stappen worden gezet. We hebben een gierend woningentekort dat verder dreigt op te lopen, waarvoor het kunnen blijven bouwen en het aanleggen van infrastructuur van groot belang zijn. Door klimaatverandering zijn bovendien dringend stappen nodig in onze infrastructuur, zoals in onze rioleringen en waterleidingen. En als we onze doelstellingen op het vlak van energiebesparing en CO2-uitstoot willen halen, moet met name in de verduurzaming van bestaande woningen en bedrijfspanden veel worden gedaan. Toch waren 2019 en 2020 in veel opzichten voor de bouw, afbouw en infra verloren jaren. Stikstof, PFAS en COVID-19 eis(t)en hun tol. Met name door enorme problemen op het vlak van vergunningen kwam werk stil te liggen of werd en wordt niet gestart. En door onzekerheid over de epidemie en de recessie die wacht, worden burgers en lagere overheden bang om te investeren in verduurzaming. AFNL en NOA hopen niet dat de bouw-, afbouw- en infrasector de grootverbruikers worden van crisispakket VIER. AFNL en NOA zien oplossingen als de overheid: kwaliteit levert waar het gaat om vergunningverlening en maatwerk voor bouwlocaties (investeren in slimme samenwerking markt en overheid); bouw- en infraopdrachten naar voren haalt en lagere overheden daarbij steunt met geoormerkt geld; anticyclisch beleid voert; met lagere overheden mee investeert in het kopen, ontwikkelen en bouwrijp maken van grond en een beter functionerende arbeidsmarkt bewerkstelligt (maak vast werk niet onmogelijk en pas de transitievergoeding en loondoorbetaling bij ziekte aan).

Het mkb als uitgangspunt voor beleid

De overheid heeft op te veel plekken nog altijd grote moeite met het maken én het uitvoeren van beleid dat werkbaar is voor mkb-ondernemers. Denk aan aanbestedingen, betalingsgedrag en innovatiebudgetten waarbij het mkb vaak het nakijken heeft. Ook het financieringsinstrumentarium van de overheid en de steunpakketten voor ondernemers tijdens COVID-19, moeten rekening houden met de schaal van het mkb. Ook voor de vele mkb-bedrijven in de bouw en afbouw, die laatcyclisch zijn en waar de klap van de epidemie pas eind 2020 en voorjaar 2021 wordt verwacht.

Oplossingen kunnen volgens AFNL en NOA worden geboden als de overheid: de MKB-Toets écht goed gaat laten werken (laat ondernemersverenigingen meedenken, maak de toets op nationaal en lokaal-niveau tot plicht, maar maak ook gebruik van de punten die naar voren komen en maak ieder jaar een overzicht van de geleerde lessen); zorgt voor een aanbestedingsautoriteit; de positie van het mkb rond betalingsgedrag in de keten versterkt; de regeldruk laat afnemen in plaats van toenemen; op basis van evidence-based beleid wordt gezorgd voor duurzame mogelijkheden voor het mkb om te kunnen innoveren met hulp van overheidsbudgetten.

Het mkb en de menselijke maat in een inclusieve samenleving

Mkb-ondernemers zijn bovengemiddeld betrokken bij hun omgeving. Ze zijn de werkgevers in de regio’s, de donateurs van lokale verenigingen en de leer-werkbedrijven voor leerlingen in hun omgeving. Dat aspect van ondernemen is moeilijk in waarde uit te drukken, maar het is van eminent belang om erbij stil te staan als het gaat om de menselijke maat. De ook nu zeer actuele discussie over een inclusieve samenleving, waarin voor alle mensen ongeacht hun etniciteit, gelijke kansen bestaan op bijvoorbeeld het vlak van het vinden van een stageplek of werk, wordt door ondernemers in de bouw, afbouw en infra herkend. Voor de brancheverenigingen AFNL en NOA geldt dat zij in de afgelopen periode nadrukkelijk de aandacht van hun leden hebben gevraagd voor de in onze maatschappij voorkomende vormen van ongelijke behandeling en uitsluiting. Diverse bedrijven hebben ons laten weten op welke manier zij ervoor proberen te zorgen dat bij hen al het talent, ongeacht afkomst, dezelfde kansen krijgt. In de ledenbladen van de verenigingen is aandacht besteed aan een aantal bedrijven dat hierin inspirerend voorbeeldgedrag laten zien en waarvan anderen mogelijk kunnen leren.

AFNL-NOA is bovendien steeds aanwezig geweest bij gesprekken over de problematiek en de op handen zijnde wetgeving met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We zetten ons hierbij oprecht en overtuigd in om meer werk te maken van maatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan rechtvaardigheid.

Tegelijkertijd bestaat de vrees dat juist voor mkb-bedrijven het optuigen van strenge regelgeving in een poging om inclusiviteit af te dwingen de plank mis zal slaan. Ondernemers vermoeden dat zij straks worden opgezadeld met veel extra rompslomp, zonder dat daadwerkelijk wordt bijgedragen aan meer gelijkheid en eerlijker kansen. Het tegengaan van uitsluiting en discriminatie is immers niet iets wat alleen op papier gebeurt. Veruit de meeste ondernemers zijn van zeer goede wil. In de gehele bouw, afbouw en infra geldt bovendien dat alle vakkrachten meer dan gewild zijn; het tekort aan vakmensen is gigantisch geweest in de afgelopen jaren. Simpel gezegd: een ondernemer in onze branche zou gek zijn als hij talent laat lopen!

Voor dit onderwerp geldt dan ook dat spreken met ondernemers en begrijpen waar de problemen zitten, beter werkt dan generiek beleid waarbij een papieren tijger wordt gecreëerd. Wij hopen in de Nederlandse overheid een partner te mogen zien die partijen bijeenbrengt rond pijnlijke thema’s als vooroordelen en door onbekendheid veroorzaakt onbegrip. En ook ondernemers zelf worden soms geconfronteerd met vormen van discriminatie, bijvoorbeeld bij afnemers van diensten. In zulke gevallen hebben zij juist de hulp van de overheid nodig en niet de dreiging van sancties of boetes.

Wat AFNL en NOA van de politieke partijen en het kabinet vragen is uitvoerbaar beleid dat werkbaar is voor het mkb en specifiek voor het mkb in bouw, afbouw en infra.

Economische en fiscale zaken

AanbestedingsAutoriteit moet zorgen voor aanbestedingen volgens de Wet
De Aanbestedingswet en het uit de evaluatie daarvan voortvloeiende ‘Beter Aanbesteden’ hebben geleerd dat het aandeel mkb bij aanbestedingen nog steeds min of meer stabiel blijft, en dat de wet in dit opzicht niet aan haar doel beantwoordt. Uit het project Beter Aanbesteden is gebleken dat er nog steeds clusterproblemen zijn door het onnodig samenvoegen van overheidsopdrachten, dat de communicatie tussen inkopende overheden en ondernemers moet verbeteren en op basis daarvan zijn er verschillende vormen van samenwerking in kaart gebracht om mkb-aannemers mee te kunnen laten doen in het proces van aanbesteden. Aanbestedende diensten moeten ook worden aangespoord werken te gunnen aan infrabedrijven die complementair zijn en als ketenpartners opereren. Echter, helaas is het papier geduldig, maar blijft de uitvoering sterk achterwege. AFNL-NOA pleiten samen met MKB INFRA daarom voor een Aanbestedingsautoriteit die erop kan toezien dat aanbestedingsprocedures volgens de wet verlopen en net als de Autoriteit Consument en Markt daadkrachtig kan optreden.

Betalingstermijnen verkorten

Het betalingsgedrag van overheden en grote opdrachtgevers moet nog verder verbeteren. Helaas blijkt uit onderzoek dat mkb-aannemers nauwelijks effect merken van de wetgeving en boetes bij te lange betalingstermijnen. Het lijkt er zelfs op dat sommige opdrachtgevers hun termijnen oprekken naar de wettelijke 60 dagen. Ook blijkt de praktijk van de renteboete in de praktijk lastig. Als een mkb-bedrijf zelf zijn opdrachtgever de renteboete moet opleggen, is het de vraag of dit werkt daar dit direct invloed heeft op de relatie opdrachtgever – opdrachtnemer. AFNL en NOA zijn verheugd dat het Kabinet, naast een verkorting van de betalingstermijn naar 30 dagen, ook toezegt onderzoek te doen naar onafhankelijk toezicht op het niet naleven van de betaaltermijnen. Volgens AFNL en NOA kan het niet zo zijn, dat mkb-aannemers bij opdrachtgevers door het oprekken van betalingstermijnen veelvuldig als ‘kredietverstrekker’ fungeren en daardoor soms zelfs in financiële problemen komen. Aanpassing van de corrigerende wettelijke betalingstermijn naar 30 dagen zou die scherpe kantjes van de vrije markteconomie verder af kunnen halen. Tenslotte hopen AFNL en NOA dat het ministerie van EZK ook kijkt naar het oprekken van offertetermijnen door overheidsopdrachtgevers, die eveneens leiden tot oprekking van betalingstermijnen. Hier lopen veel mkb-aannemers tegenaan die werken voor gemeenten, provincies en andere overheidsopdrachtgevers. Een drietal pilots om hieraan paal en perk te stellen vanuit MKB INFRA (de mkb-aannemers in de infrasector), hebben inmiddels tot positieve resultaten voor zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers geleid en kunnen als uitgangspunt voor beleid dienen.

Verlagen Btw stimuleert verduurzamingsoperatie

De bouw- en afbouwsector en de hele woningmarkt gericht op verduurzamen en energie besparen zijn gebaat bij een instrument om opdrachtgevers aan te zetten tot verduurzamen, energiezuinig maken, renoveren van bestaande woningen en duurzame, circulaire of energiezuinige nieuwbouw. Om opdrachtgevers hiertoe aan te zetten zou het lage btw-tarief op nieuwbouw en renovatie/onderhoud een enorme impuls kunnen geven. Een structureel laag btw-tarief kan opdrachtgevers net die prikkel geven en levert opdrachten voor aannemers en werkgelegenheid op. Uiteraard levert het de overheid wat minder btw op, maar er zijn ook positieve resultaten; er wordt bespaard op de WW-uitkeringen en er wordt meer loon- en inkomstenbelasting afgedragen én de enorme energiebesparings- en verduurzamingsoperaties in Nederland krijgen een boost.

Makkelijk toegankelijke Innovatiegelden

De Bouwsector heeft nooit de status gekregen van Topsector, hoewel er in het kader van de Bouwagenda in lijn met de Topsectoren wel afspraken over samenwerking en (co)financiering zijn gemaakt. Voor veel mkb-aannemers blijven deze financieringsmogelijkheden echter vaak buiten beeld. De weg naar de beherende organisaties is vaak niet helder en vaak staan deze partijen te ver af van de praktijk van mkb-aannemers. AFNL en NOA vragen de politieke partijen daarom expliciet voor mkb-aannemers in bouw, afbouw en infra innovatiegelden beschikbaar te stellen. Juist voor deze ondernemers zijn er met een beetje extra stimulering legio mogelijkheden om een rol van betekenis te spelen op het gebied van innovaties in, (bijna) energie neutraal, circulair, bio-based en klimaatadaptie. Ook verlaging van het minimum door INVEST-NL toe te kennen subsidiebedrag, zou daarbij zeker moeten worden overwogen. Dat minimum is op dit moment zo hoog dat een individuele mkb’er er nooit voor in aanmerking zal kunnen komen. Overigens geldt ook in dit verband dat fiscale (aftrek)mogelijkheden de voorkeur hebben boven ingewikkelde en procedureel langdurige subsidieregelingen. Mkb-aannemers zouden volgens AFNL en NOA veel meer moeten kunnen profiteren van innovatieve prikkels, waardoor nieuwe concepten een innovatief zetje krijgen.

Ruimte, klimaat, woon-, bouw- en infrastructurele zaken

Meer regie op ruimtelijke ordening

AFNL en NOA maken zich zorgen over de consequenties van ruimtelijke beperkingen voor de investeringsbereidheid van bijvoorbeeld beleggers, woningcorporaties en ontwikkelaars. Onduidelijkheid in de randvoorwaarden voor woningbouw levert grote vertraging op bij de ontwikkeling van nieuwe projecten en vergunningverlening. Nieuwe vertraging in de woningproductie is zeer onwenselijk, zeker met de gevolgen van de recente stikstof-, PFAS- en coronacrises. De Woningbouwalliantie – waarbij AFNL en NOA zijn aangesloten – riep juni 2020 de Tweede Kamer en het kabinet op om miljarden euro’s vrij te maken om in de bouw van betaalbare en duurzame huizen te investeren. Hiermee kan het herstel van de Nederlandse economie bespoedigd worden en een inhaalslag gemaakt worden om het immense woningtekort terug te dringen. AFNL en NOA verzoeken politieke partijen regie te voeren zodat het vrijmaken van de gevraagde middelen ook kan leiden tot een spoedige realisatie van meer betaalbare en duurzame huizen in Nederland. AFNL en NOA zijn van mening dat die regie het beste kan worden neergelegd bij een Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu (VRIM). Dat moet niet alleen de kaart van heel Nederland als leidraad hanteren, maar alle aspecten van ruimtebenutting moet coördineren met de juiste bevoegdheden om bindend te sturen waar nodig, bijvoorbeeld uit economische, duurzaamheids- of klimaatoverwegingen.

Werk met lokale en provinciale Klimaatakkoord-agenda’s

AFNL en NOA zien het klimaatakkoord als een kans voor mkb-aannemers in bouw, afbouw en infra om zich op basis van vakbekwaamheid te onderscheiden. AFNL en NOA willen vakkrachten voor de sector behouden, aantrekken en opleiden door hen perspectief op vakwerk te bieden. Het klimaatakkoord draagt daar in belangrijke mate aan bij. Mkb-aannemers, vaak met een grote binding met de regio en gemeente en niet te vergeten met particuliere woningbezitters, willen daarin een voortrekkersrol spelen onder het motto, “MKB bouwt aan en in de regio!” AFNL en NOA vragen de politieke partijen ook hier regie te voeren om in overleg met Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO), te komen tot een plan waarmee alle provincies en gemeenten zich verplichten een Agenda Klimaatakkoord op te stellen. Deze regionale en lokale agenda’s zijn nodig om aan mkb-aannemers en burgers duidelijk te maken welke lokale keuzes er in het kader van het klimaatakkoord gemaakt worden. Vragen die daarbij aan de orde moeten komen zijn: welke energiebronnen worden centraal gesteld?; hoe worden deze infrastructureel aangelegd en beschikbaar gesteld?; en wanneer mogen burgers rekenen op een mogelijke aansluiting op deze infrastructuur en energiebronnen? Door deze vragen te adresseren en te beantwoorden kunnen drempels om door te pakken op de klimaatdoelstellingen bij mkb-aannemers en burgers worden weggenomen.

Duurzame en betaalbare nieuwbouwwoningen

Volgens AFNL en NOA moeten in de komende jaren op grote schaal nieuwe wijken worden gebouwd die energieneutraal en klimaatadaptief zijn, die goed bereikbaar zijn en die voorzien zijn van veel groen en natuur. Daarnaast moet minstens 50% van alle nieuwe woningen voor de lage en middeninkomens beschikbaar komen. Volgens de Woningbouwalliantie is anticyclisch investeren in de woningbouw de ideale manier om de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de economie zoveel mogelijk te beperken. Dat is goed voor de werkgelegenheid en het behoud van werknemers voor de bouwsector. Elke euro die gestoken wordt in de bouw levert tot wel bijna drie euro aan aanvullende economische activiteit in ons land op. Ook hier verzoeken AFNL en NOA de politieke partijen om prioriteit te geven aan de realisatie van duurzame en betaalbare nieuwbouwwoningen.

Samenwerking en Bouwteams noodzaak

Met de komst van de Bouwagenda, voorjaar 2017, is op vele terreinen duidelijk geworden welke opgave er ligt om het land leefbaar en bewoonbaar te houden. De executie van de gemaakte plannen heeft echter geleden onder de Stikstof-, PFAS en Corona-problematiek. Daar waar het gaat over innovaties in bouw en infra zijn partijen ervan overtuigd dat mkb-aannemers een belangrijke en aanjagende functie vervullen. In aanbestedingen bij overheden is daar niet altijd aandacht voor. AFNL en NOA verzoeken de politieke partijen dan ook om meer ruimte te geven voor nieuwe vormen van samenwerking tussen het bouwbedrijfsleven en overheden en hun uitvoeringsbedrijven. Zeker de inzet van een Bouwteam of de reeds beproefde convenantsamenwerking die in de bouwagenda met name wordt genoemd, kan een verfrissend resultaat opleveren.

Regel snel Stikstofdrempelwaarde voor de bouw

De aanpak van het stikstofprobleem moet goed worden geregeld, want het Programma Aanpak Stikstof (PAS) voldeed niet. Als gevolg daarvan wees de Raad van Staten het PAS vorig jaar af, waarna de bouw tot stilstand kwam. AFNL en NOA vinden dat het kabinet meer kan doen om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Het uitkopen van boeren op basis van vrijwilligheid zet volgens AFNL en NOA te weinig zoden aan de dijk. Immers, de belangrijkste opdracht ligt bij de landbouw. Natuurlijk vinden AFNL en NOA dat elke sector die bijdraagt aan de uitstoot een bijdrage moet leveren en dat onderling verwijsgedrag niet helpt. Echter, enige proportionaliteit is wel op zijn plaats, nu de aanlegfase van bouw- en infraprojecten slechts 0,6% bijdraagt aan de depositie, terwijl met het merendeel van de projecten juist verdere verduurzaming en natuurherstel wordt beoogd.

De vergunningverlening door de provincies moet weer snel op gang komen. Provincies zijn volgens Remkes doorgeschoten in hun ‘schrikreactie’ op het besluit van de Raad van State. Een drempelwaarde voor hoeveelheid stikstof in een gebied zou helpen, mits het dan gaat om de maximale emissie en niet om de depositie. AFNL en NOA vragen de politieke partijen om ten aanzien van die drempelwaarde een positie in te nemen en met ambitieuze natuurherstelprogramma’s te voorkomen dat een regeling weer onderuit getrokken wordt.

Voorkom problemen á la PFAS

AFNL en NOA zijn positief over het feit dat er nu definitieve landelijke achtergrondwaarden voor PFAS zijn (of worden) vastgesteld. Nu deze hoger zijn dan de tijdelijke achtergrondwaarden PFAS zal dit tot enige verruiming in het grondverzet gaan zorgen.

AFNL en NOA verzoeken politieke partijen te voorkomen dat soortgelijke problemen zich opnieuw gaan voordoen door duidelijke richtlijnen te stellen over de volgorde van aanpak. Grondverzet en -transport via onwerkbaar lage waardes verbieden, terwijl de productie en stort van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) limietloos doorgaan is de wereld op zijn kop. Het zou daarnaast nuttig zijn als de onderzoekscapaciteit en -snelheid bij laboratoria en instituten als het RIVM wordt uitgebreid, waardoor onderzoeken en testresultaten van ZZS snel beschikbaar komen zodat definitieve maatregelen kunnen worden getroffen in plaats van tijdelijk onwerkbare limieten.

Voorkom stilleggen bouw door nieuwe geluidsregeling

Een groot aantal (branche)organisaties die nauw betrokken zijn bij de huizenmarkt, vreest dat de nieuwe ontwerp-Aanvullingsregeling geluid Omgevingswet de woningbouw in grote delen van het land gaat stilleggen. Met de betrokken partijen roepen AFNL en NOA de politieke partijen op om deze problematiek met grote spoed aan te pakken. Dit is essentieel om het steeds verder oplopende woningtekort terug te dringen. In een brief van 16 juli 2020 aan het kabinet benadrukken AFNL en NOA, samen met andere betrokken partijen, dat zij grote waarde hechten aan een hoogwaardig woonmilieu en dat bewoners en gebruikers van een gebied beschermd dienen te worden tegen overmatige geluidsbelasting. Maar volgens AFNL en NOA leidt de nieuwe aanvullingsregeling tot zoveel onduidelijkheid en onzekerheid, dat daardoor uitstel of afstel op de loer ligt voor de bouw van honderdduizenden woningen. AFNL en NOA verzoeken de politieke partijen om actie te ondernemen, zodat de ruimtelijk ontwikkeling doorgang kan vinden en de huidige kabinetsambities van 845.000 extra woningen tot 2030 mogelijk gemaakt worden.

Extra instroom nodig in de toekomst

De bouw-, afbouw en infrasector staat voor enorme uitdagingen. Technieken en maatschappelijke opgaves veranderen, kennis en vaardigheden zijn van het grootste belang om kwaliteit en vakmanschap te blijven garanderen. AFNL en NOA maken zich zorgen over de krapte op de arbeidsmarkt die in schril contrast staat met de groeiende behoefte aan personeel in onze sectoren. De komende jaren heeft de bouw- en infrasector vele nieuwe mensen nodig. De oudere generatie in de bouw, infra en afbouw gaat de komende jaren afscheid nemen en deze moeten vervangen worden. Maar we hebben in de toekomst ook vele extra arbeidskrachten nodig Dit komt onder meer door de gigantische bouwopgave voor de komende jaren. Mkb- bedrijven met hun vakmensenin deze sectoren zijn onmisbaar om de gebouwde omgeving en de infra te verduurzamen, de woningnood te verminderen, waterveiligheid te borgen, innovatieve apparatuur te ontwikkelen en de digitalisering te bevorderen.

Ambachtelijke beroepen promoten

Het is dus belangrijk om de instroom op gang te houden. Daarom maakt AFNL zich nog steeds ernstig zorgen over de terugloop van leerlingenaantallen in onze bedrijfstak. Ook NOA maakt zich zorgen over de instroom van nieuwe leerlingen. Goed en aantrekkelijk onderwijs is cruciaal voor een gezonde groei van de sector. AFNL en NOA strijden voor goede en aansluitende opleidingen, docenten en leslokaties. We stimuleren een flexibel en een VMBO- en MBO-aanbod dat bij de tijd is. We kunnen dit echter niet alleen. Daarom willen we graag in samenwerking met de overheid de keuze voor onderwijs in onze ambachtelijke beroepen promoten bij jonge leerlingen in basisonderwijs, VMBO en MBO. Ook kunnen we er samen met de overheid voor zorgen dat onderwijs en bedrijfsleven beter op elkaar aansluiten. Uiteraard dient de overheid met name voldoende te investeren in goed onderwijs om bouwgerelateerde en technische opleidingen aan te bieden met voldoende regionale spreiding. De overheid zal financieel moeten bijspringen om ook kleinschalige opleidingen die van groot belang zijn voor onze sector, waarin zeer veel gespecialiseerde aannemings- en afbouwbedrijven bedrijven werkzaam zijn, in stand te houden. Samen moeten we er voor zorgen dat kennis en capaciteiten van instromers aansluiten bij de veranderende behoeftes van ondernemers/werkgevers en klanten.

Sociale Zaken

Loondoorbetalingsproblematiek bij ziekte nu écht oplossen voor mkb

In het Regeerakkoord Rutte II is de belofte gedaan om werkgevers tegemoet te komen in het dossier loondoorbetaling bij ziekte. In eerste instantie sprak men over het verkorten van de periode van loondoorbetaling van 2 naar 1 jaar voor bedrijven van minder dan 25 werknemers. De verantwoordelijkheid voor ziekte en arbeidsongeschiktheid drukt zwaar op het ondernemerschap in het mkb. Niet alleen dragen werkgevers verantwoordelijkheid voor de financiële gevolgen maar ook voor de re-integratie van zieke of deels arbeidsgehandicapte werknemers. Een ondernemer in het mkb die te maken krijgt met een langdurig zieke werknemer ziet zichzelf geconfronteerd met slepende en vooral kostbare re-integratie-procedures. Dit ondanks het feit dat de oplossing voor werkhervatting vaak buiten het bedrijf ligt. AFNL en NOA pleiten daarom al geruime tijd voor verkorting van de loondoorbetalingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid. Helaas bleek dit –ondanks de belofte in het Regeerakkoord- politiek onhaalbaar. Het mkb heeft genoegen moeten nemen met een financiële tegemoetkoming voor de kosten van het 2e loondoorbetalingsjaar. Omdat er geen uitvoerbaar instrument voorhanden is om specifiek kleine werkgevers financieel tegemoet te komen, geldt de korting voor alle werkgevers. De minister redeneerde destijds: ‘aangezien ruim 90% van werkgevers minder dan 25 werknemers in dienst heeft, zal deze korting voornamelijk neerslaan bij kleine werkgevers’. Met behulp van zogenaamde MKB-ontzorgpolissen zouden ondernemers per 1 januari 2020 tevens ontlast (kunnen) worden van een deel van de verantwoordelijkheden en verplichtingen in het re-integratietraject. Hier wordt echter bijna geen gebruik van gemaakt. De meeste ondernemers hebben afspraken op maat gemaakt met verzekeraars, waardoor een MKB-ontzorgpolis niet zorgt voor een lastenverlichting.

Door de Corona-crisis hebben veel mkb-ondernemers nog meer zorgen over het voortbestaan van hun bedrijf. Het toegenomen verzuim confronteert veel mkb’ers met de verantwoordelijkheid die ze op dat gebied voor hun werknemers hebben. De financiële tegemoetkoming en de ontzorgpolis lijken op een gepolderde oplossing waar het mkb geen baat bij heeft. AFNL en NOA stellen voor nogmaals grondig naar het gestelde in het Regeerakkoord te kijken, dat zou het mkb echt ontlasten.

Transitievergoeding beter afstemmen op mkb

De transitievergoeding in het ontslagrecht blijft voor werkgevers in het mkb in bouw, afbouw en infra als een donkere wolk boven de sector hangen. De transitievergoeding vormt een extra risico bij het in dienst nemen van medewerkers. En ook nu we worden geconfronteerd met de gevolgen van Corona op de arbeidsmarkt, zorgt de transitievergoeding voor onrust. In de bouw en afbouw kennen we lange dienstverbanden. Mocht het echt slecht gaan met een (af)bouwbedrijf en een reorganisatie kan niet worden voorkomen, ben je verplicht een vergoeding te betalen en in zo’n crisissituatie kan dit zomaar het faillissement van het bedrijf betekenen. AFNL en NOA pleiten dan ook voor ‘vrijstelling’ van de transitievergoeding in dit soort gevallen. Daarnaast gaan we er vanuit dat bij de evaluatie van de WAB – en dus ook de transitievergoeding – nadrukkelijk naar de positie van het mkb in bouw, afbouw en infra wordt gekeken.

Regeldruk ontregelt mkb-ondernemers

“Ondernemers hebben ruimte nodig om te ondernemen, te innoveren en te experimenteren. Door te veel regels houden ondernemers hier minder tijd en geld voor over. Dit leidt tot onnodige irritatie, kosten of belemmeringen. Het kabinet wil de regeldruk

voor ondernemers kleiner maken”, aldus de Rijksoverheid op de website onder ‘regeldruk’.

Met enige verbazing en onbegrip zijn de ondernemers van AFNL en NOA de afgelopen jaren op het gebied van sociale zaken geconfronteerd met o.a.de wet Arbeidsmarkt in Balans, de wet DBA en het Wetsvoorstel Toezicht discriminatievrije werving en selectie. Wet- en regelgeving die niet lijkt bij te dragen aan vermindering van de regeldruk, maar juist zorgt voor een lastenverhoging. We hebben niet voor niets jarenlang gepleit voor de MKB-toets. Ons pleidooi is dan ook de MKB-toets op de juiste manier te gebruiken en niet alleen in te zetten als een procedurele verplichting. In de inleiding is hierover al het e.e.a. aangegeven.

Duidelijkheid over wettelijke status zelfstandig ondernemerschap

De wetgeving rondom zelfstandig ondernemers (lees: ZZP-ers), blijft een groot struikelblok en heet hangijzer voor de ZZP-ers. Na het afschaffen van de VAR werd de wet DBA in het leven geroepen, waarbij opdrachtgevers niet langer op voorhand gevrijwaard waren voor mogelijke naheffingen als de ZZP-er toch geen echte ondernemer bleek te zijn. Bij de invoering van de wet DBA werd het fenomeen “modelovereenkomst” in het leven geroepen. Door hiervan gebruik te maken kunnen opdrachtgevers zich in principe vrijwaren voor mogelijke naheffingen e.d. Echter, deze is niet onvoorwaardelijk. Als in de praktijk toch anders wordt gewerkt dan in de modelovereenkomst is opgenomen, kan achteraf alsnog de opdrachtgever als werkgever worden aangemerkt (en dus de ZZP-er als werknemer) met alle gevolgen van dien, zoals het alsnog afdragen van SV-premies en loonheffing (+ maximaal 100%! boete). Tevens loopt daarbij de ZZP-er het risico dat zijn status als ondernemer wordt ingetrokken met alle fiscale gevolgen (vervallen zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling e.d.) van dien. Omdat al vrij snel duidelijk was dat DBA niet echt functioneerde en geen zekerheid bood over de arbeidsrelatie en daarmee samenhangende vrijwaring, werd naarstig gezocht naar oplossingen. Vanuit het ministerie van SZW werd daarbij vervolgens gedacht aan het invoeren van een minimumtarief voor ZZP-ers en een zelfstandigheidsverklaring. Na de vele kritiek (ook vanuit AFNL en NOA) is ook dit vlak voor de zomer van 2020 een zachte dood gestorven. Het gevolg daarvan is dat DBA nog steeds onverminderd van kracht is met alle gebreken die daarbij horen. AFNL en NOA hebben al langer gepleit voor een wettelijke status van de ZZP-er. Daarbij is echter nog wel steeds aangesloten bij de huidige manier waarop arbeidsrelaties worden beoordeeld. Het uitgangspunt van de huidige wetgeving is nog steeds, dat men werknemers is, tenzij. Daarbij speelt vooral in de bouw, afbouw en infra het aspect van de gezagsverhouding een rol. Om tot een oplossing te komen zou veel meer gekeken moeten worden naar de intentie die partijen hebben bij de vorm van samenwerking. Als partijen ZZP-er en opdrachtgever aangeven dat zij als ondernemers met elkaar aan de slag willen zou dat uitgangspunt moeten zijn. Zeker nu de overheid in het kader van het pensioenakkoord heeft besloten dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers moet komen (die op dit moment grotendeels is ingevuld) en ook de fiscale voordelen voor ondernemerschap, zoals de zelfstandigenaftrek beperkt worden, komt de kostenstructuur van een ZZP-er ook weer dichterbij die van werknemers te liggen. AFNL-NOA vinden dat nog eens goed moet worden gekeken naar de wijze waarop we dit ondernemerschap een wettelijke status kunnen geven.

Aannemersfederatie Nederland Bouw en INFRA (AFNL) vertegenwoordigt mkb-aannemers in burgerlijke & utiliteitsbouwbedrijven, boorbedrijven, dakdekkers hellende daken, grond-, weg- en waterbouwbedrijven, kalkzandsteen lijmbedrijven, metselaars, modern straatwerkbedrijven, sloopbedrijven, steiger-, hoogbouw- en betonbekistingsbedrijven, tegelzetters, voegbedrijven, wapeningsstaalbedrijven en bestratingsbedrijven.

Bij de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven NOA zijn mkb-ondernemers aangesloten in stukadoren- en afbouw, vloeren- en terrazzo, plafond en wand en natuursteen. Gezamenlijk vormen AFNL en NOA de Stichting AFNL-NOA, waarin zij gezamenlijk de belangen van mkb-bedrijven in bouw, afbouw en infra behartigen.