Duidelijkheid over wettelijke status zelfstandig ondernemerschap

De wetgeving rondom zelfstandig ondernemers (lees: ZZP-ers), blijft een groot struikelblok en heet hangijzer voor de ZZP-ers. Na het afschaffen van de VAR werd de wet DBA in het leven geroepen, waarbij opdrachtgevers niet langer op voorhand gevrijwaard waren voor mogelijke naheffingen als de ZZP-er toch geen echte ondernemer bleek te zijn. Bij de invoering van de wet DBA werd het fenomeen “modelovereenkomst” in het leven geroepen. Door hiervan gebruik te maken kunnen opdrachtgevers zich in principe vrijwaren voor mogelijke naheffingen e.d. Echter, deze is niet onvoorwaardelijk. Als in de praktijk toch anders wordt gewerkt dan in de modelovereenkomst is opgenomen, kan achteraf alsnog de opdrachtgever als werkgever worden aangemerkt (en dus de ZZP-er als werknemer) met alle gevolgen van dien, zoals het alsnog afdragen van SV-premies en loonheffing (+ maximaal 100%! boete). Tevens loopt daarbij de ZZP-er het risico dat zijn status als ondernemer wordt ingetrokken met alle fiscale gevolgen (vervallen zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling e.d.) van dien. Omdat al vrij snel duidelijk was dat DBA niet echt functioneerde en geen zekerheid bood over de arbeidsrelatie en daarmee samenhangende vrijwaring, werd naarstig gezocht naar oplossingen. Vanuit het ministerie van SZW werd daarbij vervolgens gedacht aan het invoeren van een minimumtarief voor ZZP-ers en een zelfstandigheidsverklaring. Na de vele kritiek (ook vanuit AFNL en NOA) is ook dit vlak voor de zomer van 2020 een zachte dood gestorven. Het gevolg daarvan is dat DBA nog steeds onverminderd van kracht is met alle gebreken die daarbij horen. AFNL en NOA hebben al langer gepleit voor een wettelijke status van de ZZP-er. Daarbij is echter nog wel steeds aangesloten bij de huidige manier waarop arbeidsrelaties worden beoordeeld. Het uitgangspunt van de huidige wetgeving is nog steeds, dat men werknemers is, tenzij. Daarbij speelt vooral in de bouw, afbouw en infra het aspect van de gezagsverhouding een rol. Om tot een oplossing te komen zou veel meer gekeken moeten worden naar de intentie die partijen hebben bij de vorm van samenwerking. Als partijen ZZP-er en opdrachtgever aangeven dat zij als ondernemers met elkaar aan de slag willen zou dat uitgangspunt moeten zijn. Zeker nu de overheid in het kader van het pensioenakkoord heeft besloten dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers moet komen (die op dit moment grotendeels is ingevuld) en ook de fiscale voordelen voor ondernemerschap, zoals de zelfstandigenaftrek beperkt worden, komt de kostenstructuur van een ZZP-er ook weer dichterbij die van werknemers te liggen. AFNL-NOA vinden dat nog eens goed moet worden gekeken naar de wijze waarop we dit ondernemerschap een wettelijke status kunnen geven.