Wat betekent het Pensioenakkoord voor bouw, afbouw & infra

,

Na meerdere jaren ‘onderhandelen’ is op 5 juni 2019 een Pensioenakkoord gepresenteerd. De nieuwe afspraken hebben tot doel om te komen tot een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. De vraag die AFNL-NOA zich stelt, is wat de betekenis van het akkoord is voor de bedrijfstakken bouw, infra en afbouw. Biedt het nieuwe akkoord werkenden in onze bedrijfstak met fysiek zware arbeid meer zekerheid zodat men gezond de pensioengerechtigde leeftijd kan behalen? Er zijn afspraken gemaakt over fysiek zware arbeid, maar AFNL-NOA betwijfelt zeer of het nieuwe akkoord voor onze bedrijfstakken voldoende oplossingen biedt.

Positief is dat de AOW-gerechtigde leeftijd minder hard gaat stijgen dan oorspronkelijk was voorzien. De nieuwe afspraken betekenen concreet dat men in de volgende jaren bij de onderstaande leeftijden recht heeft op de AOW-uitkering:

Jaar Leeftijd
2019, 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden
2022 66 jaar en 7 maanden
2023 66 jaar en 10 maanden
2024 67 jaar
Na 2024 1 jaar langer leven is 8 maanden later AOW

Zonder het akkoord zou men in 2021 pas met 67 jaar met pensioen kunnen gaan. Door het akkoord wordt die datum uitgesteld naar 2024. Bovendien is de afspraak gemaakt dat 1 jaar langer leven tot gevolg heeft dat men acht maanden later recht heeft op de AOW-uitkering. Momenteel is het nog zo dat één jaar langer leven tot gevolg heeft dat men één jaar later aanspraak kan maken op de AOW-uitkering. AFNL-NOA is positief over de nieuwe afspraak. Toch denken wij dat de nu voorgestelde maatregel niet toereikend is om alle werkenden in onze bedrijfstakken in de gelegenheid te stellen gezond de pensioengerechtigde leeftijd te laten behalen.

Specifieke maatregelen voor fysiek zware arbeid

Het Pensioenakkoord bevat ook maatregelen waardoor mensen die het niet redden om tot de AOW-leeftijd door te werken drie jaar eerder kunnen stoppen met werken. De kosten die daaraan verbonden zijn, moeten door werkgever en werknemer worden opgebracht. Daarvoor is de volgende afspraak gemaakt:

  • De werknemer kan zijn pensioen naar voren halen. Dat betekent dat het pensioen eerder kan ingaan;
  • De werkgever zou moeten bijdragen door het AOW-niveau te overbruggen. Tot een bedrag van € 19.000,- geldt niet de zogenaamde RVU-boete.

We zijn ronduit teleurgesteld over de afspraken voor zware fysieke arbeid. Als de werknemer besluit om zijn pensioen eerder te laten ingaan, gaat dat ten koste van de pensioenuitkering. Immers, het opgebouwde kapitaal moet over meerdere jaren worden uitgesmeerd. De bijdrage die aan de werkgever wordt gevraagd, werkt feitelijk als een boete op het aannemen van personeel. Onze bedrijfstakken kenmerken zich door fysiek zware arbeid. Veel mensen stromen eerder uit als gevolg van arbeidsongeschiktheid. AFNL-NOA vindt het onbegrijpelijk dat de overheid geen specifieke (financiële) middelen ter beschikking stelt voor bedrijfstakken met fysiek zware beroepen. Wij vinden dat in Nederland iedereen gezond de pensioengerechtigde leeftijd moet kunnen behalen. Meer aandacht voor fysiek zware arbeid is gerechtvaardigd en wij hopen dat in de uitwerking van het akkoord hier nog goed naar wordt gekeken. Overigens stelt de overheid wel een budget van € 800 miljoen beschikbaar om in sectoren te komen tot afspraken over duurzame inzetbaarheid en gezond langer doorwerken.

Afspraken voor lange termijn

AFNL-NOA is positief dat er onderzoek wordt ingesteld of men na 45 jaar werken in aanmerking kan komen voor de AOW-uitkering. Zeker omdat veel werknemers in onze bedrijfstakken op relatief jonge leeftijd starten met werken, kan dat tot gevolg hebben dat men eerder met pensioen kan gaan. Ook wordt onderzoek ingesteld of mogelijkheden van verlofsparen en aanvullend pensioensparen kunnen worden verruimd.

Verzekeringsplicht arbeidsongeschiktheid en afschaffing doorsneepremie

Aan de centrale organisaties van werkgevers en werknemers, alsmede aan ZZP-organisaties, wordt de vraag gesteld om voor de zomer van 2020 te komen met voorstellen voor een verzekeringsplicht tegen arbeidsongeschiktheid en uitzonderingen daarop. Tot slot moet ook worden vermeld dat de zogenaamde doorsneepremie wordt afgeschaft. Dat betekent dat iedereen dezelfde premie betaalt voor dezelfde pensioenopbouw. Om te voorkomen dat oudere werknemers hiervan nadeel ondervinden, worden maatregelen uitgewerkt om dit te compenseren.

Conclusie

AFNL-NOA is blij dat de voortdurende stijging van de AOW-leeftijd wordt ingedamd. Wij zijn echter ronduit teleurgesteld over het pakket aan maatregelen ten aanzien van fysiek zware arbeid. Men kan drie jaar voor de AOW-leeftijd eerder uittreden, maar de rekening wordt bij de individuele werkgever en werknemer neergelegd. Wij hopen dat de politiek ons pleidooi om hier financiële ondersteuning te bieden oppakt. Hopelijk sluit de politiek niet de ogen voor het feit dat onze bedrijfstakken zich kenmerken door een twee keer zo hoge uitval vanwege arbeidsongeschiktheid ten opzichte van het landelijk gemiddelde. En wordt er rekening gehouden met het gegeven dat veel werknemers in onze bedrijfstakken, vanwege de jonge leeftijd waarop men is gaan werken, vaak meer hebben bijgedragen aan bijvoorbeeld de AOW en andere voorzieningen. Bedrijfstakken met fysiek zware arbeid hebben recht op erkenning en steun. Daar zullen wij de politiek op blijven aanspreken!